Wij herdenken om
niet te vergeten, maar laten wij niet vergeten om te
herdenken.
In deze maand, van 20 tot 26 april
herdenken wij met Pesach de uittocht uit Egypte en wordt er
op Seideravond, de avond dat Pesach begint,het verhaal van
de uittocht verteld. Op tafel staan de gebruikelijke
mierikswortel, radijs, zout water, charoset, hard gekookte
eieren, matses, elk symboliserend 'n episode van de uittocht
en vier bekers rodewijn. De Hagadah ligt dan voor ons,
waaruit verteld wordt over de 400 jaar balingschap in
Egypte, de bevrijding van slavernij, de uittocht en de
uiteindelijke aankomst in het "Beloofde land". En de vraag
wordt gesteld, "Ma nistana ha leilah hazeh" ?, (vert: "Wat
verschilt deze avond van andere
avonden"?
Een week later, 1 mei, is het "Yom
Ha-Shoah en worden de gevallenen herdacht uit de
Tweede Wereldoorlog. De sirene
gaat en iedereen staat stil en herdenkt de Joden in Europa,
die door het Nazibewind vermoord werden.
De week daarop 7 mei is het "Yom
Ha-Zigaron" en staan wij weer 2 minuten stil als de sirene
klinkt bij de militairen die gesneuveld zijn in de constante
oorlogen in het bestaan van Israel.
Op 8 mei dit jaar herdenken wij de oprichting van de staat
Israel, dit jaar 60 jaar geleden en wordt er gefeest op alle
mogelijke en onmogelijke plaatsen.
Voor de rest herdenken de Joden nog Purim, Succot, Chanoekah,
Tish Be-Av, Shavuot, Yom Jerushalayim, Lag Bar-Omer, plus
nog enkele andere dagen die in de Joodse geschiedenis staan
beschreven.
(Data lopen via de Joodse kalender, dus verschillen ieder
jaar t.o.v. de Christelijke kalender die hier weergegeven
zijn)
Ik weet het, wij zijn, door de eeuwen heen, 'n volk van "herdenkenden"
geweest, maar dat is wat Joden over de gehele wereld verbond
en verbind en wat de saamhorigheid te weeg brengt.
Toch is het goed om te herdenken en even stil te staan bij
het verleden, te bezinnen en te overdenken wat we beter
kunnen doen in de toekomst.
Laten we op de avond van de 4de mei,
slechts 2 minuten, die genen die gevallen en vermoord zijn,
in eerbied herdenken, zij die hun leven hebben gelaten voor
'n betere toekomst, voor vrijheid van meningsuiting, geloof
en voor 'n vredige samenleving.
Hierop kunnen wij slechts zeggen:: Shalom, We-Noumar Omein.
Hieronder 'n stukje wat ik enige tijd geleden heb
geschreven in mijn autobiografie.
4 mei, herdenkingsavond
Traditiegetrouw loopt ons gezin om kwart voor acht naar het
Daniel Willinckplein, wat later omgedoopt wordt tot Victorieplein.
Steevast staan we ieder jaar op de
hoek Rijnstraat / Amstellaan, de latere Vrijheidslaan en
wachten op de klok van achten, en de twee minuten stilte
ingaan. Het is 'n onderdrukt geroezemoes wat ik om mij heen
hoor van al de mensen die er verzameld zijn en ik sta met
mijn hand losjes naast mijn lichaam. Plotseling pakt mijn
vader mijn hand en die van mijn broertje, terwijl mijn
moeder de andere hand vast pakt. We staan daar tezamen als
standbeelden. Strak kijk ik naar de grond en durf bijna niet
op te kijken, want ik weet dat als de sirene gaat er tranen
uit mijn vaders ogen komen en dat wil ik niet zien. Zelf
pers ik mijn lippen op elkaar om maar geen geluid te laten
horen. Plotseling wordt het rumoer om ons heen verbroken
door dat de sirene gaat. 'n Rilling loopt over mijn rug en
ik voel de grip van mijn vaders hand steviger worden.
Doodstil is het nu en vreemd genoeg hoor ik ergens 'n vogel
zingen. Het is het enige geluid wat
te horen is. Ik probeer mijn gedachten die door mijn hoofd
gaan te regelen, maar ze springen heen en weer. Ik probeer
aan mijn ooms, tantes, neven en nichten te denken die niet
uit de kampen terug gekomen zijn en daar beestachtig
vermoord werden, of aan mijn opa, die naast mij staand
weggevoerd werd tussen enkele Moffen, maar steeds komt dat
vogeltje er weer tussen, zie ik beelden van de oorlog en de
filmbeelden van het Polygoonnieuws, met uitgemergelde
lichamen en gaskamers, terwijl volle treinen met opeen
gepakte mensen door mijn hoofd flitsen en weer dat vogeltje.
Als de twee minuten om zijn hoor ik mijn vader diep zuchten
en hij laat mijn hand los. Veel gevoel heb ik niet meer in
die hand, en als ik er vlug naar kijk, zie ik dat hij rood
en wit is, zo stevig heeft mijn vader mijn hand omklemd
gehad. Zwijgend lopen we over de Noorder Amstellaan, nu
Churchilllaan, richting Maasstraat,
waar ter hoogte van de Waalstraat pas het eerste woord wordt
gesproken, "gaan we maar even 'n kop koffie drinken" vraagt
mijn vader, en mijn moeder knikt instemmend. Langzaam voort
wandelend ieder met zijn eigen gedachten, komen we via de
Scheldestraat, Ferdinand Bolstraat, bij de Ceintuurbaan,
waar we bij "cafe du Bois" neerstrijken en onze drankjes
drinken. Zo tegen tienen zijn we weer thuis.
Deze herdenkingsavonden zijn van
mei '46 tot aan de dood van mijn
vader, ieder jaar, traditiegetrouw, zo verlopen.
Vrijheid is 'n gegeven, maar niet gegeven aan iedereen !!
Max.C.van.der.Glas.
april 2008
|