Marianne Gaanderse:
E-mail: m.gaanderse
(at) chello.nlBij de foto's:
" Waar ik opsta met mijn broertje met hoedje en
toetertje is gemaakt op koninginnedag 1953. De foto met de vier kinderen, zijn uiteraard
mijn broertje en ik, met de dochters van de (theesherry-vriendin) van mijn moeder. (Namen
bij de redactie bekend, maar de ouders van Marja en Renée leven nog en ik wil ze niet in
diskrediet brengen).
De foto met, mijn zusje Hetty, bij het raam waar mijn moeder uithangt, is gemaakt in 1955.
En allemaal voor de deur van de Geulstraat nr. 4."
" Ik kan me nog
herinneren dat mijn vader één van de eerste auto's had in de Geulstraat. Als hij uit
zijn werk kwam dan mochten we met vriendjes en vriendinnetjes een blokje om rijden. Het
was een Ford Anglia.
Toen papa de auto ophaalde uit de garage en betaald had,
stapte hij beretrots in zijn nieuwe bolide.
Tijdens zijn rit naar de Geulstraat werd hij aangehouden
door een echte dienstklopper. Eén van de achterlichten deed het niet en daar werd
uiteraard een bon voor uitgeschreven.
Mijn vader begreep er niets van en trachtte de agent van
zijn onschuld te overtuigen. De auto kwam net uit de garage. "Kijk dan, er
staat net 7 km. op de teller". De agent was niet vermurwen. Als koper van de auto had
hij voor vertrek uit de garage om de auto heen moeten lopen om te controleren of alles
werkte. Mijn vader reageerde met: "Ja hoor, dat is wat ik iedereen heb zien
doen voor ze in de auto stappen. Ze lopen eerst een rondje om te kijken of alles wel
klopt. Man, als je een nieuwe auto koopt, dan ga je er toch van uit dat hij doet wat hij
moet doen?" Misschien had mijn vader de pech dat hij van geboorte een Rotterdammer
was en Amsterdam en Rotterdam was toch Ajax tegen Feijenoord. Mijn vader kreeg niet alleen
een bekeuring voor het niet branden van een achterlichtje, maar hij kreeg er nog een
bekeuring overheen voor het tegenspreken van een ambtenaar in funktie.
Daar moet je nu mee komen. Een agent wordt niet eens meer
serieus genomen. Toen kreeg je een bekeuring als je alleen maar tegensprak. Maar we hebben
het nu over 1953. Anno nu mogen we met drie kilo cocaine ons land binnenkomen zonder dat
we vervolgd worden.
In 1954 hadden we
televisie. Uiteraard zwart-wit. Woensdag's zaten alle leeftijdgenootjes bij ons te kijken.
Indra Kamadjodjo (ik schrijf dit fonetisch) De man die met zijn handen de mooiste figuren
kon maken. Dappere Dodo. Liang Wang Tsjang Tsjeng. (Gerard Heijstee).
Ik lag veel in bed, omdat
ik kans zag drie keer roodvonk te krijgen. Dan mocht ik in het zijkamertje liggen, want
dan had ik zicht op de Geulstraat. Speelden we verstoppertje. Ik werd vaak gevonden, want
zo veel plaatsen had ik niet om me te verstoppen.
Ik ontdekte ook dat mijn
moeder en haar vriendin Ankie 's middags sherry dronken uit theekopjes. Ze hadden gewoon
trek in een borreltje, maar ja, we woonden wel in Amsterdam Zuid en dan had je een
bepaalde stand op te houden. En sherry in een theekopje viel niet op.
En dan Tante Sita. Woonde
op nr. 6 hs. Nam mijn moeder een helehoop uit handen. Mijn moeder had tussen 1949 en 1956
vier kinderen gekregen. Dus als er een tante Sita kwam die mij mee wilde nemen naar de
kermis, nou graag. Nou was ik een wildebras en avonturier. Ik was al zes, dus vreselijk
dapper. Ik moest en zou in de vliegtuigjes. Gewoon een draaimolen met vliegtuigjes waar je
met twee personen in kon zitten. Inmiddels heb ik al hoogtevrees als ik op een krant sta,
en tante Sita toen waarschijnlijk ook. Maar ik won en we gingen de vliegtuigjes in.
Nog steeds heb ik het gevoel dat ik gewonnen heb van tante Sita. In een vergelijkbare
situatie (het reuzenrad met kleinzoon en vriendjes) heb ik alleen maar verstijfd in de
gondel gezeten en gisist tegen een ieder die iets tegen mij wilde zeggen dat ze hun kop
moesten houden. Al had mijn kleinzoon te pletter gevallen, opoe had het niet gemerkt.
Goddank hadden de
kinderen de dag van hun leven net als ik toentertijd. Tante Sita heeft van angst het
vliegtuigje volgeplast. Helaas zat ik er naast. Na deze attractie moesten wij naar huis om
ons te verschonen. Deze verschutting is mijn kleinzoon bespaart gebleven. Maar de
kleinkinderen die daarna het levenslicht hebben gezien hebben dus nooit een spontane oma
meegemaakt. Ik hou me op de vlakte. Weiger de lucht in te gaan behalve in een vliegtuig.
"
Marianne Gaanderse, 27
december 2003.
Deze
digitale gedenksteen is ter nagedachtenis aan het gezin dat nooit meer terugkwam en in
mijn ouderlijk huis woonde.
Gegevensbron: www.joodsmonument.nl
|
Albert Meisler
Demnia, 5 juni 1899
Geulstraat 4/2 Amsterdam
Auschwitz, 31 maart 1944
Gezinshoofd |
Ruth Meisler
Leipzig, 5 april 1928
Geulstraat 4/2 Amsterdam
Auschwitz, 19 november 1943
Dochter |
Chaje Meisler-Meisler
Brzeska, 23 februari 1908
Geulstraat 4/2 Amsterdam
Auschwitz, 19 november 1943
Echtgenote |
Isaak Meisler
Leipzig, 30 augustus 1930
Geulstraat 4/2 Amsterdam
Auschwitz, 19 november 1943
Zoon |
Overzicht
digitale gedenkstenen in de Rivierenbuurt
|
|