Terug op het LANDJE . . . .

 

Terug naar de vorige pagina <<

 

(..) het landje
waar je speelde:
voorgoed bekleed
  
met steen. Waar nu
alleen nog tegels
overgaan in regels
(..)

 

 

  

Omhoog   TERUG OP HET LANDJE
(zij het voor even)
 
door Paul Gellings (tekst en gedichten)
en Jos Wiersema (foto's)

met passages en foto's uit ingezonden bijdragen.

VERLOREN LAND
  
Brandend zand en een verloren land…
Wat Anneke Grönloh zong vervuld van pijn
ging niet over een vlucht door de woestijn,
maar over Amsterdams meest zuidelijke kant.
  
De sigaretten die we stiekem rookten.
Het kuilen graven dat ons nooit verveelde.
De fikkies de we dagelijks stookten.
De wedstrijden die we hier speelden.
  
Anneke woonde in de Uiterwaardenstraat.
Ze moet hebben gevoeld hoe op een dag
het land zou gaan verdwijnen dat daar lag,
omdat vrijwel alles ooit voorbijgaat.
 
  
Paul Gellings
8 april 2006

  
TERUG OP HET LANDJE

Het is er weer even. Een deel ervan althans ligt er weer even bij zoals toen, eind jaren vijftig, begin jaren zestig, vlak voordat het volgezet werd met keurige rijtjeshuizen en brave flats. Ons landje dus, tot aan de Dijk, die nu samenvalt met het talud van spoor, metro, tram en de immer zoemende A10. Het beeld van de eenzame fauteuil in een modderpoel is een beeld van vroeger. Ik kan me herinneren dat in die strenge, eindeloze winter van 1963 ergens een bureaustoel onder het ijs zweefde. Daar was – ging het gerucht - een man verdronken die uren naar schaatsende kinderen op de Boerenwetering had zitten kijken. Het verbaasde me niet echt. Van onder tot boven was Zuid immers volgepakt met vreemde, perkamenten meneren en mevrouwen. De een had een trillende snor. De ander een schuddend hoofd. Weer een ander een tulband om haar hoofd en een spierwit soort clownsmasker met vermiljoengeverfde lippen. In iedere zenuwtik huisde heel de pijnlijke geschiedenis van de buurt.
Maar goed, terug op het landje dus, waar wij onze onbezorgde wederopbouwjeugd mochten beleven. Jos en ik beklimmen de Dijk, dalen weer af, banjeren door de modder en beseffen (op deze stralende, maar nog koude zondag 2 april 2006) ten volle dat het nu of nooit is, dat we deze aanblik – open vlakte, stoel, front van de Rivierenbuurt in de verte – nú moeten vastleggen, vereeuwigen, omdat de zaak hier niet gesloopt is om ons landje in ere te herstellen, maar om plaats te maken voor de permanente boerenkermis van een Aalsmeerse brood-en-spelenmagnaat. De Mirandabuurt en de Veluwebuurt zijn er niet blij mee. Wij zijn er ook niet blij mee. Er is al zoveel verdwenen, zie bijvoorbeeld onze pagina over de Zuidelijke Wandelweg of het artikel van Aleid Truijens over de peperdure appartementen waarvoor de Thomaskerk in de Rijnstraat moest wijken. Altijd weer die bonkende pasodoble van bestuurders en projectontwikkelaars, nijlpaardenbullen onder wier oerlompe gewicht alles van waarde wordt weggestampt.
Zo ook uiteindelijk het landje straks weer. Omdat ik het in feite nooit beter zal kunnen zeggen dan in mijn roman Zuidelijke Wandelweg, tot besluit deze passage:

‘Het land. Amsterdam hield op in de Betuwestraat. Ik zie grasland voor me, met koeien tot aan de Dijk - een spoortalud uit vooroorlogse crisisjaren waarover nooit rails hebben gelegen. Wel een door wandelaars uitgesleten paadje waarlangs een paar ligusterhagen stonden te verwilderen.
Ons achteruitzicht. Een vermolmd hek. Plassen en sloten met kikkers. En de oever van de Boerenwetering waar, gek van angst, mijn moeder mij een keer vandaan moest sleuren. Ik was twee of drie, en plotseling verdwenen.
In een andere herinnering heeft mijn vader mij net uit bed getild. Huilend zit ik op zijn arm. We kijken uit het raam van mijn kamertje en zien koeien vluchten, opgejaagd door gestalten met takken. Daarna, onder onweerswolken, verbleekt het land tot aan de horizon.
'De koetjes. Waarom gaan de koetjes weg?'
'De koetjes moeten weg,' zegt mijn vader, 'omdat het land wordt opgespoten.'
'Waarom? Waarom?'
'Omdat ze daar huizen willen bouwen...'
Maar voor het zover was, zouden wij er nog jaren duinpannen graven. Vuurtjes stoken in de scherf van een rioleringsbuis. Door de sneeuw waden, met schaatsen op de borst, richting Boerenwetering of Amstel. Thuis met gloeiende gezichten vertellen wat wij hadden beleefd, daar op het land.
Vooral mijn vriendje Leonard uit de Volkerakstraat kwam er graag, voor hem was het de vrije natuur. En in vakanties wilden neefjes en nichtjes altijd bij ons logeren, omdat wij zoveel land achter het huis hadden.
Tot er ten slotte een flets spookstadje verrees, rondom een bejaardencentrum. Even stil als Zorgvlied, achter de bomen langs de Boerenwetering. Mijn ouders hebben daar veel met ons gewandeld en gefietst.’ (ZW, pp. 12-13)

PG

WEG
  
Avond aan avond op de kaart gezien
wat weg is en vaarwel gedroomd. Zo
met de zon mee langs de wetering
en achter mij de buurt zien
zinken, bladgoud op kozijnen.
  
Langs tennisbaan en volkstuin, langs
boomgordijnen aan water zo troebel
als de grond onder herinnering
en met een boog de stad weer in.
  
Rijksmuseum: eerste grenspost
in het donker. Dan Centraal
Station en verder, met trein
en al verdampen op het IJ.
  
En altijd weer aangekomen in de geur
van nieuw. Altijd weer ontwaakt
in een nieuw huis. Ver van huis.
 
 
Paul Gellings
(Uit: Antiek fluweel)

  

JW
Het Landje 2 april 2006 - richting RAI

JW
Het Landje 2 april 2006 - gezien richting Europaplein

JW
Het Landje 2 april 2006 - richting Gaasterlandstraat

JW
Het landje 2 april 2006

JW
Het landje 2 april 2006

JW
Het beeld van de eenzame fauteuil in een modderpoel is een beeld van vroeger

Bart Honing
Eenzame fauteuil nader bekeken

JW
Het landje 2 april 2006 richting A10 (vm Ringspoorbaan)

 

Omhoog   HET LANDJE ZOALS HET WAS


Het Land(je) 1935 - kaartje ter beschikking gesteld door Richard Keijzer


Het Landje in 1960 - foto Saskia Kalkman - Loman

Foto Eric Hendriks
Eric Hendriks in de vijftiger jaren op Het Landje

Eric Hendriks schrijft:
" Maar we waren ook vaak te vinden op het “landje”, waar nu de RAI staat. Fikkie steken en aardappels poffen was een favoriete bezigheid.
Achter het landje lag het moeras. Je mocht er niet komen omdat daar    "enge mannen” waren, maar dat heeft ons er nooit van weerhouden om er boomhutten te bouwen.
Achter het moeras kwam je op de Wandelweg waar de voetbalvelden waren. Daarachter lag de oude spoordijk waar hele mooie takken op groeiden om speren van te maken.


Oefening van de Amsterdamse ruiterij op Het Landje - 13 april 1947

Evert Rulf
Vakantie op Het Landje 1947

Evert Rulf schrijft:
" Neen, op vakantie gaan zat er in 1947 nog niet in en het was juist zo een schitterende zomer. Dus dan maar naar de vakantieschool op het landje. Wat me daarvan is bijgebleven? De rillingen over mijn rug bij het verplichte drinken van de karnemelk. "


Het landje gezien richting Zorgvlied - 1959


Rivierenlaan in aanleg achtergrond Het landje

Jos Wiersema
Jos Wiersema als peuter op Het Landje tegenover de Scheldegarage - zomer 1954

DE NABIJE TOEKOMST

Nieuw theater van Joop van den Ende

Het theater wordt gesitueerd in de Zuidas, langs de A10 op de voormalige locatie van de Hoge School van Amsterdam, op steenworp afstand van station RAI. Het theater maakt deel uit van een herontwikkeling van het plangebied ‘Kop Rivierenbuurt’ in het stadsdeel ZuiderAmstel. In het plangebied zijn naast het musicaltheater ook woningen en kantoren opgenomen. De voorstellen passen in de ontwikkelingsplannen van de gemeente om de Zuidas tot een levendig stadscentrum te ontwikkelen.
Van den Ende heeft al jaren de wens een musicaltheater in Amsterdam te realiseren. 
Het ontwerp van het musicaltheater inclusief plein en ondergrondse parkeergarage wordt momenteel uitgewerkt door de architectencombinatie Jo Coenen & Co Architecten en Arn. Meijs Arch BV. In de plannen en het ontwerp wordt rekening gehouden met de randvoorwaarden welke zijn opgesteld door het Stadsdeel ZuiderAmstel om verkeers- en geluidshinder te voorkomen.
Het theater zal plaats bieden aan circa 1850 bezoekers.
Het streven is dat het theater in 2007 zijn deuren opent voor de eerste voorstelling.


Dit waren de plannen

 

Omhoog   REACTIES OP DIT ARTIKEL

Naam: lisa SENS
Email:
lisasvl@hotmail.com
Land:
France

Het Landje...dat is lang geleden. Even diep graven in mijn herinneringen.
Het landje, daar gingen wij op avontuur in het begin van de jarig vijftig, we waren zo'n 8, 10 jaar, een klein groepje uit de Zoomstraat, vlak achter de Scheldestraat. Eigenlijk vond mijn moeder het niet zo leuk, ze was altijd bang dat er wat zou gebeuren. En helemaal aan het eind, bij de bosjes, daar mochten we niet komen, want daar waren boze mannen en het verhaal ging rond dat er een jongetje vermoord was.... Eigenlijk was heel spannend, juist omdat het eigenlijk niet mocht. We gingen vuurtjes stoken, tennisballen zoeken en bosviooltjes uitgraven voor in de tuin, er was altijd van alles te vinden. Elk jaar was er circus, Circus Krone, met 3 pistes, waar nu de RAI straat. We hingen rond om de wagens, misschien konden we een blik van de tijgers opvangen, joei! Als het afgebroken werd, gingen we centen zoeken, het lag vol met kleingeld dat uit de zakken van de toeschouwers gevallen was.
Eigenlijk mochten we ook niet tot aan de Dijk, maar dat deden we toch, we klommen naar boven om tussen de 2 heggenrijen te lopen, de hele Dijk af tot aan de Boerenwetering en we zaten uren te kijken naar het grote land erachter in de diepte, zo veel boerderijen en sloten waar de zon zich in weerspiegelde, volkstuintjes en de Zuidelijk Wandelweg waar de fietsers gingen en waar we in het voorjaar bloeiende wilgekatjes plukten. 's Winters, als het vroor, gingen we schaatsen op de Boerenwetering en dan gingen we veel verder dan de Dijk, dan mocht het wel... Ik kan me herinneringen dat er een soort overstroming was in de Scheldestraat door hevige regenval, de hele straat, die nog kinderhoofdjes had, stond blank en ook een stuk van het Landje. Ik was zo bang dat het landje zou verdwijnen; in Zeeland, tijdens de watersnoodramp, was toch ook alles ineens weg, maar mijn vader zei dat het zo'n vaart niet zou lopen.
Inderdaad, het Landje is niet verdwenen door de overstroming maar door het
bouwen van de RAI.

Naam: Bram Mulder
Email: a.a.mulder@quicknet.nl

Fijn verhaal over he "Het Landje", Paul.We kennen elkaar nog niet persoonlijk, maar ik neem toch de vrijheid je bij je voornaam te noemen. Ik heb heerlijke herinneringen aan vroEger, als ik aan "Het Land" (zo noemden wij dat destijds), denk. Hieronder nog een paar regels daarover, die ik uit mijn geheugen kon opdiepen. Ja, als ik het met mijn broers (86 , 83 en zelf 78) over "Het Landje" heb, praten wij over "Het Land". Wij zeiden altijd: "We gaan op Het Land spelen". Dat land was dan óók tussen de Rivierenlaan en de Amstel. Je had toen nog de Kunstzijdefabriek, die aan de Amstel stond. Wij speelden daar in de omgeving en bouwden er ook hutten en piepten er ook aardappels. Wij kregen soms brood en een fles thee of melk mee voor de hele dag. Als de fluit van de Kunstzijdefabriek ging, moesten we naar huis. Ik weet nog, dat ik er een kunstschilder zag, die de omgeving schilderde, met spelende kinderen en de rioolputten, die nog hoog boven het wegdek uitstaken. Ik vond dat zó bijzonder, dat die man met een paar penseelstreken zomaar een spelend kind tevoorschijn toverde. Ik zou weleens willen weten of er nog schilderijen van bestaan. De Veluwebuurt moest toen nog worden gebouwd. Ik praat over de tijd van 1934-1940.Er waren toen ook nog huizen van de Rivierenbuurt in aanbouw. Wij kwamen in juni 1934 in de nog in aanbouw zijnde Eemsstraat wonen.Er lagen overal stapels hout en kozijnen.Er waren ook verradelijke kalkputten, waarin de gebluste kalk lag opgeslagen, die door de stucadoors werd gebruikt.De steigers waren van hout en de palen waren met steigertouw aan elkaar gemaakt. Wij gebruikten afvalhout en steigertouw om het een en ander te bouwen. Je kon ook lekker zitten in een stapel houten balken, waarin soms nog wat ruimte was.De schilders zetten de kozijnen in de menie (loodverbinding); dat had een speciale geur, die ik me nog goed kan herinneren. Vooral 's zomers kon je dat goed ruiken.Drinkwater was er voor ons altijd in overvloed. Je moest wel oppassen, dat je niet uit de "Vechtwaterkraan" dronk. Daaruit stroomde Vechtwater, dat voor de bouw werd gebruikt.(Mijn moeder zei altijd:"Daar krijg je buikpijn van".De moeders gingen ook vaak mee met hun kinderen. Er werden bloemen geplukt en vooral ook "klitten", die we achterop de jassen van voorbijgangers gooiden; die dingen bleven dan aan de kleding hangen.Op dat zelfde land werd 's zomers ook "Gevliegerd". Er werden allerlei soorten vliegers opgelaten, die men meestal zelf had gemaakt. Bij mij was altijd het probleem, dat ik nooit de goede lijm had.Velpon kon je het beste daarvoor gebruiken, maar dat was nogal "duur", althans naar de maatstaven van toen. In de oorlog stond daar in de buurt veel luchtafweergeschut. Als 's avonds of 's nachts de geallieerde bommenwerpers overkwamen, op weg naar Duitsland, kwam dat geschut in werking. Een hels lawaai was dat en gekletter van granaatscherven. Er waren ook plaatsen, waar de zoeklichten stonden. Je zag soms zo'n bommenwerper "gevangen zitten" in het kruispunt van enkele lichtbundels. Een enkele keer werd er een toestel geraakt en zag je het in brand vliegen.(Daarover is elders ook al het een en ander geschreven, dacht ik.) Op "Het Land" heeft in de oorlog een Duits lesvliegtuig een noodlanding gemaakt.Ik zag hem al laag overvliegen en ben gauw de straat opgerend. Ik zag hem landen en over de kop slaan.Meteen werd alles afgezet en het vliegtuigwrak werd afgevoerd. De piloot bleef ongedeerd. Het was een klein incident in een toen al roerige tijd. Enfin, ik ga weer te hard van stapel, merk ik. Ik stop ermee. Hartelijke groet ! Bram.

Naam: René van Loen
Email: rajvl@tiscali.nl

Het Landje, wij noemden het het Land want het was groot, zeker voor ons als kinderen. Ik herinner me een mooi voorval. Samen met Danny speelden we op het land dichtbij de Zuidelijke wandelweg. De sloot daar leek droog te staan en was begroeid met gras en onkruid. Danny sprong er nietsvermoedend op en zakte tot aan zijn hoofd in de prut. We hebben hem er met elkaar uitgetrokken. Daarna lopend naar huis (wat stonk hij!) waar het dienstmeisje - Claartje - hem op straat helemaal uitkleedde om de modder niet op 'haar schone vloer' te krijgen! Danny werd later hoogleraar semitische talen. Dat hebben we toen dus ook gered ....

Naam: Ruud Jansen
Email: ruudenlia@wanadoo.nl

Ik geloof dat er wel tien landjes zijn geweest aan de rand van Zuid. Bij de Rivierenlaan, achter het de Mirandabad, bij de Scheldestraat, aan de Stadionkade (heuveltjesland), achter het Amstelstation, aan de zijkant van het Olympisch Stadion en dan vergeet ik er misschien nog wel een paar. Tijd voor nog een verhaal over "het Land". Voor ik het vergeet. Ruud .

Omhoog


 

Terug naar de vorige pagina <<