" Muzenplein " door Lodewijk Brunt en Kees Tamboer . . . .

 

Amsterdam is een van de mooiste steden ter wereld. Zijn we wel zuinig genoeg op dat rijke bezit? Lodewijk Brunt en Kees Tamboer gaan op inspectie en rapporteren wat ze tegenkomen. Vandaag: een plein van water.

LODEWIJK BRUNT EN KEES TAMBOER

Muzenplein: "een plein van water"
In Amsterdam kan ‘plein’ van alles betekenen. Een willekeurige open plek met wat bankjes tot en met een druk verkeersknooppunt. In Amsterdam-Zuid heb je het Muzenplein: twee aan elkaar geschakelde bruggen, een driehoekje met vijf villa’s. Meer niet.

Het is wel een heel bijzondere plek. De twee bruggen vormen samen de scharnier van Berlage’s Plan Zuid. Brug 420 begint waar de Churchilllaan eindigt met een soort pilaar van namaakmarmer (‘Verschuivingen’ van Ben Guntenaar) en brug 419 eindigt waar de Apollolaan begint met een roestende stalen krul (‘Amsterdam bedankt zijn Canadezen’ van Jan de Baat).

Over de brede bruggen rijdt veel verkeer. Om automobilisten af te remmen heeft de deelraad van Zuideramstel door het midden een knullig plantsoentje laten aanbrengen.

muzenplein04.jpg (21122 bytes)
‘Verschuivingen’

 
Kortom, Amsterdam doet er weer alles aan om van iets met allure iets kleinsteeds te maken. Godzijdank is dat niet helemaal gelukt.

De bruggen zijn monumenten van twee kunstenaars die tussen 1920 en 1960 hun stempel hebben gezet op de stad: Piet Kramer, de bruggenbouwer van de Amsterdamse School, en de beelhouwer Hildo Krop.

Het lijkt hier wel een beeldentuin. Het meest in het oog springt een groot kunstwerk van Beiers graniet: een kind tussen de voorpoten van een steigerend paard. Het heet ‘Onbevangenheid’.

Aan de overkant staan, op de brughoeken, twee ontroerende beeldjes van een meisje met eekhoorns en een jongen met konijnen. De hoeken van de andere brug zijn versierd met een meisje en een jongen in een bootje.


" een meisje met eekhoorns "

 
De bruggen zijn een bezienswaardigheid op zichzelf. Op de eerste brug heeft Kramer zijn handtekening gezet met een van zijn karakteristieke brughuisjes, ooit opslagruimte van de Dienst Beplantingen. Later werd het een atelier van Herman Brood en sinds elf jaar is de sieraadkunstenaar Philip Sajet de gelukkige. Hij beschouwt zijn werkplaats als het middelpunt van Plan Zuid: ‘Hier heeft Berlage de punt van zijn passer geprikt.’

Om de bruggen goed te kunnen bekijken, moet je naar beneden. Dat kan op verschillende plekken. Dan pas zie je hoe majestueus en toch tot in de kleinste details verzorgd ze zijn. Een feest om eronder door te varen.

Maar er wacht nóg een verrassing. Beneden ligt, tussen de bruggen, aan de voet van het brughuisje, een échte beeldentuin.
Aan het water staan tussen bloeiende struiken negen kinderen van negen verschillende beeldhouwers.

Ertegenover staan tussen het groen acht zitbanken. Het kleinste, mooiste en onbekendste park van de stad. Je bent in een andere wereld, het verkeerslawaai is verstomd.


" beeldentuin "

 
Als we hier zitten, weten we opeens wat het Muzenplein is: je hebt een wijds uitzicht op een plein van water. Dit plein is ook ontworpen door Berlage. Het Amstelkanaal dat hij liet aanleggen tussen de Amstel en de Boerenwetering, heeft hij hier gesplitst in het Noorder- en Zuideramstelkanaal die het tweede gedeelte van zijn Plan Zuid omvatten. Zo is een vijfsprong van waterwegen ontstaan.
Het is er mooi en levendig. Op een gewoon stadsplein ga je zitten om naar mensen te kijken, hier zie je ze voorbij varen. Op de decors – botenhuis, jachthaventje, restaurant, zitbanken in de ronde bocht van de Jozef Israëlskade, nog een andere Kramerbrug aan de overkant, en schitterende bomen – is niks aan te merken.

Kijk dan maar even niet in de richting van de Apollohal, waar de vroegere bioscoop Du Midi staat te verloederen.


"vanuit het huisje van sieraadkunstenaar Philip Sajet"

E-mail: stadswachten@parool.nl

Uit  Het Parool 09 juli 2004

 

Terug naar de vorige pagina <<