(1)
Die kademuur met reling is daar, jaren voordat
'het land' tussen de Stichtstraat en de Boerenwetering werd bebouwd, langs de Zuidelijke
Wandelweg aangebracht. Op dit punt moeten eerst de wandelingen met kinderwagen en later de
fietstochten van mijn ouders (met mij bij mijn vader voorop)
zijn begonnen. Of even verderop ter hoogte van het Mirandabad, waar een klinkerweg in het
verlengde van de Waalstraat naar het water leidde. Het beeld van de over het water
uitkijkende vogel geeft precies weer hoe ik op dit alles terugkijk: vol weemoed.
Omstreeks mijn tiende, vlak voordat het grootste deel van de Zuidelijke Wandelweg zou
verdwijnen, ben ik op een hete zomeravond eens in gezelschap van mijn vader richting
Amstelveenseweg gefietst. Volkstuintjes en sportvelden waar die avond 'Janus, Janus, pak
me nog een keer,' uit enorme luidsprekers schalde. Ik kan me niet herinneren dat we ooit
aangekomen zijn. Er kwam geen einde aan - net als aan de stoep op de foto die ergens in
het niets oplost.
(2)
Hier is de Zuidelijke Wandelweg nog intact. Er
is althans weinig veranderd aan het rijtje villa's in de flauwe bocht die de weg maakt
richting Amstel. Dit is dus wat er van over is. Er is nog wel meer terug te vinden, maar
dan moet je goed kijken en de rest erbij denken. Of als een archeoloog geduldig en
voorzichtig doorgraven in je herinnering.
(3)
Achter de villa's ligt het
Zorgvliedschutssluisje. Ook iets van vroeger dat bij de Zuidelijke Wandelweg hoort en dat
er nog is. Wie hier over de oude reling in westelijke richting blikt, ziet hetzelfde als
wie hier zestig jaar geleden misschien ook op een zondagmiddag wat stond te mijmeren.
Water, bomen en een tikje nevelige lucht.
(4)
We lopen Zorgvlied op, dalen de oever van de
Boerenwetering af en aanschouwen aan de overzijde de Zuidelijke Wandelweg, waar ze aan het
breken zijn in de kademuur. We zien het einde of het begin van het Baroniepad. Het houten
noodgebouwtje rechts staat er al sedert het begin van de jaren zestig. Toen heette het
'Amsterdamse Grafische School'. Het stond daar heel eenzaam in de wind die altijd over de
opgespoten vlakte waaide.
(5)
We lopen terug in westelijke richting langs het
rijtje villa's in de flauwe bocht die de Zuidelijke Wandelweg daar zo sierlijk maakt. Ook
dit zou een beeld van langgeleden kunnen zijn. Mijn kindertijd. De jaren vijftig, toen het
blik nog ondergeschikt was aan de omgeving en niet de omgeving aan het blik. Links, bijna
verstopt achter de heg, een paar glanzende autodaken. Het kleine autootje op de weg is
even tijdloos als onnadrukkelijk. Niet meer dan een dinkey toy.
(6)
Zou dit de plek zijn waar Th. Eskens vanwege
zijn joodse onderduikers op 11 september 1944 door collaborateurs uit de Amsterdamse
onderwereld werd doodgeschoten? Onvoorstelbaar dat dit op de idyllische Zuidelijke
Wandelweg kon gebeuren, hier of even verderop, maar ja, iedere omgeving staat uiteindelijk
onverschillig tegenover de gruwelen die er plaatsvinden.
We kijken vanaf het landje (dat na afbraak van wat panden in de Gaasterlandstraat even in
ere hersteld is) over de Zuidelijke Wandelweg in de Westerwoldestraat. In de jaren vijftig
had je hier nog drassige weilanden, met kikkers en koeien. Allemaal op een dag verdwenen.
Wit zand erover. Daarna brave straatjes die je al geen nieuwbouw meer kunt noemen.
(7)
Dit is het punt waarop de verbeelding de macht
maar moet grijpen, want vanaf het Europaplein herinnert alleen het talud van trein, metro
en A10 nog aan de Zuidelijke Wandelweg. En toch wanneer je zo vanuit het Beatrixpark
zuidwaarts kijkt is het net of het pad achter de zwanen je op slinkse wijze het
verleden in leidt. Het rommelige geboomte voor de hoogwerkers en wolkenkrabbers doet
in ieder geval denken aan de gordijnen van vlieren en populieren die vroeger zachtjes
langs de Boerenwetering stonden te wiegen, en 's zomers de Zuidelijke Wandelweg
overschaduwden.
(8)
Amsterdam-Zuid WTC. Je ziet het in het
perspectief tussen die merkwaardige vleugelnoten in het laatste stukje Minervalaan, waar
ooit een onafzienbaar 'Weens' stationsplein had moeten komen, maar waar na de oorlog
kubusvormige villaatjes werden gebouwd. En vleugelnoten geplant.
Nergens is er zo helemaal niets over van de Zuidelijke Wandelweg en tegelijk is
de herinnering aan die eindeloze fietstocht met mijn vader in de vroege jaren zestig
nergens zo voelbaar als hier. Hebben we op deze plek toen rechtsomkeert gemaakt?
Als ik mijn ogen samenknijp vervagen het World Trade Center en het station en slokken de
schaduwen van een verre zomeravond mij op. Sportterreinen, zomerhuisjes, volkstuintjes.
Flarden muziek. 'Janus, Janus, pak me nog een keer...'
(9)
Op ongeveer deze hoogte zal de omslagfoto van
mijn roman Zuidelijke Wandelweg in 1956 zijn gemaakt. Aan het eind van de
Parnassusweg. De flat rechts stond er toen al. Het Paleis van Justitie aan de
linkerkant was er nog niet. Aan het grauwe tunneltje en dito traptreden met morsdood
herfstblad van vorig jaar in de naden zie je hoe een ooit landelijke omgeving razendsnel
kan veranderen in een grimmig, ongenaakbaar stadsgezicht.
(10)
Het einde van de Zuidelijke Wandelweg was ook letterlijk
het einde van alles: R.K. begraafplaats Buitenveldert. Kijk over de kruisen heen en je
ziet achter de schutting de bomen op het talud, dat vanaf het Europlein schuldbewust het
'oude' tracé van de Zuidelijke Wandelweg volgt. Achter die schutting ligt nog de sloot
die er toen ook al was, maar nu zonder de houten bruggetjes naar de sportvelden en de
volkstuincomplexen. Leegte, rommel, stank. Het geeft te denken dat de Zuidelijke Wandelweg
zich indertijd over kilometers en kilometers van de ene begraafplaats naar de andere
slingerde, al weet ik niet precies wát ik ervan moet denken.
IN DE MEDIA
het verzet tegen de verdwijning van de Zuidelijke Wandelweg neem toe . . . .
|