De meeste foto’s
zijn van na de oorlog, het aantal dat de situatie voor 1940
weergeeft is aanzienlijk kleiner. Een verschijnsel dat ik ken
van de fotoalbums van mijn familie. Er werd niet zoveel
gefotografeerd in die tijd.
Het waren een paar foto’s uit de twintiger jaren die me het idee
gaven voor een of meerdere verhalen voor Zuidelijke Wandelweg.
Foto’s van een woningblok in aanbouw en ik zag de contouren al
helemaal voor me, het plan van Berlage en de Rivierenbuurt in
het bijzonder, de start van de bouw, de eerste paal die was
geslagen in het bijzijn van de geestelijke vader van de buurt,
de oplevering van de eerste woning met het interview met de
eerste bewoner.
Ik probeerde gelijk om via Google een ingang naar het onderwerp
te vinden maar dat viel tegen en ik besloot om contact op te
nemen met Jos. Hij had wel wat ideetjes en we spraken af om
elkaar bij Diva’s in de Waalstraat te ontmoeten. Bij een kop
koffie kwamen we al snel tot de conclusie dat het onderwerp veel
mogelijkheden bood maar dat een bezoek aan het gemeentelijk
archief nodig was om een start te kunnen maken. Omdat een
wandelingetje door de buurt ook nog wel eens inspirerend wil
werken maakten we daarna een grote ronde door de buurt. De
huizen zijn er nog steeds gewild, zagen we, en in menig pand
werd een complete renovatie uitgevoerd.
Zo ook in de
Roerstraat waar een aannemer bezig was met het verbouwen van
een benedenhuis. Om privacyredenen zal ik het huisnummer
hier niet noemen. Iets anders was dat ik me verbaasde over
de hoogte van het koopbedrag dat de nieuwe bewoner had
moeten neertellen. Huizen waarvoor in het begin van de
veertiger jaren een bedrag in de orde van vijftig zestig
gulden aan huur neergeteld moest worden brengen nu een
kleine miljoen gulden op.
Omdat de
voordeur open stond vroegen we aan de werkploeg toestemming
om even binnen te mogen kijken. Daar was de sloop grondig
uitgevoerd maar het aardige was dat de nieuwe bewoner een
aantal onderdelen wilde handhaven. De schuifdeuren met
kasten in de kamer en suite bleven bijvoorbeeld staan en ook
alle binnendeuren bleven bewaard zij het dat ze weer naar de
oorspronkelijke vorm met inspringende panelen werden
teruggebracht. |

|
Maar er was
meer. Meteen in het begin had Jos al gevraagd of me niets aan de
voordeur opviel. En inderdaad vond ik het opmerkelijk dat er
zowel een elektrisch belletje zat als een trekbel. Daar moeten
joodse mensen hebben gewoond was zijn conclusie. Die trekbel zat
er omdat er tijdens de sabbat geen gebruik mocht worden gemaakt
van de elektrische deurbel. Nog mooier was het tweede detail
waar hij me opmerkzaam op maakte. Onder de bel zat een
zogenaamde Mezoeza. Bedekt met vele lagen verf maar nog steeds
duidelijk als zodanig herkenbaar.
Nee, ik wist
niet wat een * Mezoeza was. Je kunt niet alles weten. Kort
weergegeven betekent het letterlijk deurpost. In werkelijkheid
is een Mezoeza een klein tekstkokertje dat volgens traditioneel
Joods gebruik op deurposten wordt aangebracht. Het bevat teksten
uit Deuteronomium. De woorden worden met de hand met
onuitwisbare inkt op een strookje perkament geschreven. Op de
achterzijde schrijft men Sjaddai, een van de Bijbelse namen van
God. Het perkament wordt zodanig opgerold dat de eerste letter
van Sjaddai zichtbaar wordt. Meestal staat de letter s ook op
het kokertje waarin het perkament geschoven wordt. De mezoeza
wordt rechts op de deurpost van de huisdeur geplaatst en je kunt
er nog een aantal in de Rivierenbuurt vinden.
Van Jos hoorde ik dat er plannen bestaan om een inventarisatie
te maken van deze en andere sporen uit het verleden. Mogelijk
wordt daarmee in de loop van dit jaar een start gemaakt.
Dacht ik laatst dat de website Zuidelijke Wandelweg wel zo’n
beetje klaar was?
Vergeet het, hij begint net.
15 mei 2009
Mezoeza (mezzuzah)
betekent letterlijk "deurpost".
Het is een kokertje of een fraai houdertje op schouderhoogte
vast-gezet aan de rechterzijde van de deurpost bij de ingang van
het huis (soms ook aan elke deur van iedere kamer van het huis.)
In dit kokertje zit een rolletje perkament, waarop in Hebreeuwse
letters (door een rabbijn getekend) de tekst geschreven staat
uit :
Deuteronomium 6:4-9 en 11:13-21.
Het is Bijbels gebod ter herinnering aan de uittocht uit Egypte
op weg naar het beloofde land. Na de tiende plaag, toen de
jongste kinderen van de Egyptenaren stierven (ook het kind van
de Faraoh), gaf deze uiteindelijk de joden de vrijheid terug en
mochten zij Egypte verlaten. De kinderen van de joden werden
gespaard door op hun deur het bloed aan te brengen van een pas
geslacht lam.
Een mezoeza trof je voor de oorlog in de rivierenbuurt aan op
vele huizen, waar joden woonden, ook bij niet-orthodoxe joden.
Bij binnenkomst moest je zo'n mezoeza even aanraken en dan je
vinger even aan je lippen brengen. Een soort eerbiedbetuiging.
 |