** Ze
kwamen, met hun vrijheid als een zon, over de Berlagebrug ** uit het gedicht
Bevrijding van Karel N.L. Grazell
BEVRIJDINGSPAGINA
deze pagina is opgedragen aan: Allen die de verschikkingen van deze oorlog hebben
moeten meemaken en in het bijzonder P.W. van Rossum, Max van
der Glas, G.J. Peeters, Ben Niesse, Willy Onrust-Cortus,
Francien van der Veen-Bachra, Ruud Jansen, Kitty Vermist
Boermans, Leo Cappèl, Mieke Delfgaauw, Lilian Westendorp van
Delft, Theo van Vilsteren, Paul Mertz en Chris de Keijzer en
natuurlijk onze geallieerde bevrijders.
met foto's uit de privécollectie van Cornelis Eutropius,
Chris de Keijzer en H.W.F. Jaburg, bevrijdingsgedichten van
Karel N.L. Grazell en Paul Gellings enimpressies van diegenen die er zelf bij waren.
Bevrijdingsvreugde op 8 mei 1945
op de Amstellaan ter hoogte van de
Rijnstraat. Foto: Beeldbank Nationaal Archief
Wachten “Wanneer komen ze nou?”
“Ze zeggen morgen maar ik moet het eerst nog zien.”
“ Ik hoorde dat het Canadezen zijn.”
“Canadezen? Hebben die dan ook meegevochten?”
En zo steeg de spanning. Morgen komen ze.
Ruud Jansen
De 75-jarige Berlagebrug (28 mei 1932 -
28 mei 2007)
op 8 mei 1945 was dit het decor van de bevrijding van
Amsterdam.
Foto: Jos Wiersema
Inleiding
Op 7 mei 2005
werd de veteranenintocht
in Amsterdam voor het laatst gehouden. Om toch deze
bijzondere gebeurtenis niet te vergeten kunt u op deze
pagina lezen en zien hoe het allemaal echt verliep. Ik heb
getracht, met het aangeboden materiaal, een sfeerbeeld te
maken van de feestelijke gebeurtenissen die plaatsvonden
naar aanleiding van de bevrijding van Amsterdam op
maandag 7 en dinsdag 8 mei 1945.
Locaties o.a.: Berlagebrug en Amstellanen.
De inhoud is tot stand gekomen met medewerking van
oud-bewoners Cornelis
Eutropius en
Chris de Keijzer,
die mij toe stonden gebruik te maken van hun privéfoto's; de
'huisdichters' Karel N.L.
Grazell en
Paul Gellings, die
speciaal voor deze gelegenheid een gedicht maakten;
en natuurlijk van hen die er bij waren en ons daar iets over
willen vertellen:
P.W. van Rossum, Max van
der Glas, G.J. Peeters, Ben Niesse, Willy Onrust-Cortus,
Francien van der Veen-Bachra, Ruud Jansen, Kitty Vermist
Boermans, Leo Cappèl, Mieke Delfgaauw, Lilian Westendorp van
Delft, Theo van Vilsteren, Paul Mertz en Chris de Keijzer. Voorts treft u artikelen aan uit de
bevrijdingnummers van De Nieuwe Amsterdammer, een citaat van
de website van het
Verzetsmuseum Amsterdam
en citaten uit de website: "Voordat
ik het vergeet" van Ruud Jansen.
Bij deze gelegenheid wil ik alle inzenders hartelijk danken
en draag dan ook deze pagina aan hen op.
Jos Wiersema
De honger ging vooraf
Na "dolle
dinsdag" op 5 september 1944, verwachtte men ieder moment de
bevrijding. De snelle opmars vanuit het zuiden van de
geallieerden deed NSB'ers naar Duitsland vluchten. De
spoorwegstaking van 17 september zorgde ervoor dat het
vervoer van Duitse soldaten en materieël werd bemoeilijkt.
Er kon geen voedsel meer worden aangevoerd naar het westen.
Het voedsel dat er nog was, werd door de Duitsers geroofd en
naar Duitsland verzonden.
In de Hongerwinter stierven in Amsterdam 2300 burgers door
het gebrek aan voedsel, brandstof, medicijnen.
Vader Eutropius (met pet) trambestuurder, en collega's,
van lijn 25 op de Amstellaan, juist nadat zij bij de
gaarkeuken gamellen hadden afgegeven.
foto: Fam. Eutropius
Toelichting van Cor Fijma op bovenstaande foto
" De z.g. 'Eettram'. De foto zou gemaakt moeten zijn tussen
23 januari 1942 tot 11 september 1944. (Na 9 oktober reden
er helemaal geen trams meer.) In die tijd had je de centrale
gemeentekeuken aan de Van Hallstraat. Tramwagens konden daar
worden beladen met gamellen met warm eten die vervolgens
naar de beginpunten van de tramlijnen werden gereden. Het
trampersoneel kon daar dan een warme hap nuttigen."
Ruud Jansen: "De laatste loodjes; voedseldroppings"
Zware
bommenwerpers, volgeladen met voedselpakketten, naderden 's
ochtends uit oostelijke richting en vanuit ons raam zagen we
hoe ze na het passeren van de huidige woonwijk Buitenveldert
hun last uitwierpen. Als kleine zwarte puntjes zag je die
naar beneden vallen op een plaats waarvan we veronderstelden
dat 't het oude Schiphol aan de Ringvaart was. Dat laatste
bleek te kloppen. Deze fantastische voorstelling ging bijna
de gehele dag door.
Zo simpel als ik het hier heb opgeschreven was het een van
de mooiste dingen die ik ooit heb meegemaakt.
Eén of twee dagen later vond de uitdeling plaats. Tegen
inlevering van een aantal bonnen kreeg iedereen bonen,
gedroogd eipoeder, kaas in blik, chocolade, bacon in blik en
andere heerlijkheden.
Misschien was het wel een druppel op de gloeiende plaat maar
het gebeuren gaf natuurlijk een geweldige stimulans.
We waren echt aan de laatste loodjes bezig.
Geallieerde bommenwerpers boven de Wolkenkrabber op weg
voor voedseldroppings - 1945
foto: J.M. Bakels
Machtsvacuüm Jos Wiersema
Op
vrijdagavond 4 mei 1945 werd de officiële capitulatie
ondertekend en was de oorlog ten einde. Het zou echter nog 4
dagen duren voordat de grote troepenmacht van de
geallieerden Amsterdam binnen zou trekken.
Op zaterdag 5 mei trokken duizenden Amsterdammers al
richting Amstellaan (Vrijheidslaan) en Berlagebrug om,
feestelijk uitgedost, de bevrijders te verwelkomen. Op een
enkele geallieerde patrouille na bleef de grote intocht uit.
De situatie in Amsterdam bleef ook na de capitulatie
gevaarlijk want de bezetter weigerde zich over te geven aan
de BS (Binnenlandse Strijdkrachten) en de andere gewapende
ondergrondsen omdat ze bang was voor repressailles. Zij
wilden alleen de wapens neerleggen ten overstaan van de
geallieerden.
Op 7 mei trok ook een verkenningseenheid van de Britse 49ste
Infanteriedivisie bestaande uit 32 man, w.o. twee
oorlogscorrespondenten, in vier lichte pantserwagens en zes
brencarriers, vanaf de frontlijn naar het westen. Deze
bereikte rond 13.00 uur de grens van Amsterdam.
Maar op die dag kwam het ook nog tot een gewapend treffen
toen op de Dam soldaten van de Kriegsmarine op de feestende
menigte begonnen te schieten met 22 doden en meer dan 100
gewonden tot gevolg. Pas op dinsdag 8 mei legden de
bezetters daadwerkelijk hun wapens neer als de intocht van
de geallieerden een feit was.
Toen was Amsterdam bevrijd en konden de feesten losbarsten.
Gedicht Jos Wiersema
Wachten op de vrijheid
Amsterdam
wacht,
wacht, vooraleerst op de bevrijding
wacht, ondanks vernedering, ellende en beproeving
wacht, op de Berlagebrug, op vrijheid, toekomst
Amsterdam wacht,
wacht, in de regen
wacht, met geduld
wacht, om te kunnen juichen, laat ons maar wachten
Amsterdam kreeg,
kreeg, rijen legergroene voertuigen
kreeg, bruinverbrande koppen
kreeg, chocolade en sigaretten en zijn Canadezen
In edelen
wedijver naar Amsterdam
Wilde geruchten deden gisterenochtend de ronde in de stad.
Ze komen wèl.... ze komen morgen.... ze komen vanavond. De
hardnekkigen, die ondanks deze geruchten al bij het
ochtendkrieken aan de Berlagebrug postgevat hadden, kregen
gelijk. Om half één rolde het eerste geallieerde
legervoertuig de stad binnen, onder een enthousiasme, dat
waarlijk onbeschrijfelijk was. Het was een kleine patrouille
bestaande uit enkele Brenguncarriers en wat motoren
behoorende tot de verkennings afdeeling van het 49ste
regiment van het eerste Canadesche leger.
De manschappen zijn echter Engelschen, die bij dit leger,
dat onder bevel van generaal Crerar staat, zijn ingelijfd.
Een oogenblik spreken wij met één hunner. We hadden
Canadeezen verwacht."
De Engelsman lacht onder zijn wijnroode baret. Wij zijn ze
te vlug af geweest", zegt hij. "Morgen of vannacht komt "the
bulk", de hoofdmacht.
De opdracht van de allereerste bevrijders, die de hoofdstad
binnen reden luidt, dat zij te Amsterdam moeten blijven in
afwachting van hun wapenbroeders.
Nederland
heeft leeren wachten. Wachten allereerst op de bevrijding.
Ondanks vernederig en ellende, ondanks alle beproevingen
wachtte Nederland geduldig en verbeten, werkte Nederland
ondergronds aan het verwerkelijken van zijn vrijheid, omdat
het in de bevrijding en de vrijheid geloofde. Vijf jaren
heeft Nederland gewacht. In de rijen voor groentewinkel en
kruidenier, wachten voor de Centale Keukens, wachten op de
terugkomst uit gevangenschap van hen, die de beste zonen en
dochters uit zijn midden waren.
Nederland heeft in die vijf jaren van zware beproevingen
getoond, de vrijheid in wezen te bezitten. Zij, die meenden,
dat Nederland op zijn retour was, met zijn rug naar de
toekomst leefde, omdat er vóór den oorlog geen wezenlijke
drang naar vrijheid van denken domineerde, zij, die dan
teruggrepen naar de geschiedenisboeken en ons voor de voeten
gooiden, dat b.v. in den tachtigjarigen oorlog, werkelijke
offers voor de vrijheid en zelfstandigheid gebracht waren,
zij die defaitistisch redeneeerden, hebben ongelijk
gekregen. Nederland heeft getoond, dat de geest van den
tachtigjarigen vrijheidsdrang niet dood was, integendeel!
En nu wacht Amsterdam aan de Berlagebrug op de komst van de
Canadeezen om hen te begroeten en te danken voor alles, wat
deze jongens voor ons land hebben gedaan.
Zij zijn geduldig, deze bezetters van de Berlagebrug, omdat
zij in de komst gelooven, ondanks dat het wat lang duurt.
Zaterdagmorgen (5 mei 1945, red.) in den stroomenden regen
stonden zij er al, met bloemen, die langzaam verwelkten,
doch met het verstrijken van de uren verminderde de
verwachting van de komst van de bevrijders niet.
Zij hebben geduld, omdat zij weten, dat zij eens komen
moeten. Zaterdagmiddag, Zondag den geheelen dag. Maandag
hebben ze een paar tanks, kunnen toejuigen, maar het
geallieerde leger, de bevrijdende troepen hebben ze nog niet
gezien.
En ze stonden op de leuningen van de brug, liepen een eind
den weg op naar Hilversum, anderen zaten rustig op
vouwstoeltjes, de uren schreden verder. Amsterdam,
vrijheidslievend Amsterdam, wachtte, wacht nu al vier dagen
aan den waterkant.
En toen Maandagmiddag iemand opmerkte, dat zij niet dien
dag, maar vrijdag zouden komen, klonk een meisjesstem "Neen
moeder, laat ons maar wachten, het is niet waar, misschien
komen ze vandaag wel."
Een onverwoestbaar geduld en vertrouwen.
Zoo treedt de Amsterdamsche bevolking uit dezen oorlog!
Niet
voor iedereen een feest deel van de
tekst bron: Verzetsmuseum Amsterdam
Amsterdam
werd in 1940-1945 door twee grote rampen getroffen: de
deportatie van ruim 60.000 joodse bewoners, en de
Hongerwinter van 1944-1945. In de Hongerwinter stierven 2300
burgers door het gebrek aan voedsel, brandstof, medicijnen.
Tegelijk bereikte de Duitse terreur zijn hoogtepunt. Zelfs
na 5 mei 1945 vielen er nog doden door Duitse kogels. Een
bevrijdingsfeest op maandag 7 mei op de Dam veranderde in
een bloedbad, toen leden van de Kriegsmarine het vuur
openden op de menigte (22 doden, meer dan honderd gewonden).
Op 8 mei 1945
waren de Amsterdammers massaal uitgelopen om de Canadezen te
begroeten. Hiermee begonnen de bevrijdingsfeesten, die de
hele zomer zouden voortduren. Toch was het niet voor
iedereen feest. Veel mensen waren er geestelijk en/of
lichamelijk slecht aan toe. De stad telde, met de
Hongerwinter net achter de rug, nog duizenden
hongeroedeem-patiënten. Overlevenden van de
Jodenvervolging werd het in de zomer van
1945 duidelijk dat hun weggevoerde familieleden, vrienden,
bekenden niet uit de kampen zouden terugkeren.
De Joden die wel uit concentratiekampen terugkeerden werden
niet met open armen ontvangen. Hun terugkeer maakte latente
anti-semitische gevoelens los en dat leidde soms tot
uitermate pijnlijke reacties. De meeste Nederlanders waren
zo vervuld van hun eigen oorlogservaringen, dat ze maar
weinig interesse toonden voor wat zich buiten de
landsgrenzen had voltrokken.
Veel Nederlanders die in de
Tweede Wereldoorlog aan de kant van de Duitsers stonden,
moesten dat na de bevrijding bezuren. Moffenmeiden en
NSB’ers werden meer dan eens een speelbal van het volk.
Pop met touw om de nek; voorstellende de NSB-er Ader
- Trompenburgstraat
foto: J.M. Bakels
Kaalgeschoren 'moffenmeiden", die waarschijnlijk uit
de Rivierenbuurt kwamen,
nemen het luchtig op.
foto: privefoto van H.W.F. Jaburg - locatie, datum en
fotograaf niet bekend
Ruud Jansen: "5 mei; wachten"
En toen
was daar dan toch nog plotseling het nieuws dat de oorlog
afgelopen was.
Na een aantal valse meldingen eind april verspreidde het
bericht zich razendsnel. De juiste datum ben ik kwijt. Het
was in ieder geval ergens in de avond van 3 of 4 mei.
Overigens hoorde ik het pas de ochtend daarna omdat ik al in
bed lag en sliep. Die eerste bevrijdingsdag liet zich
overigens niet van z'n beste zijde zien. Het was somber
weer, geen zon, met een grauwe wolkenhemel en er was ook
niets te merken van een feestelijke stemming. Ik denk omdat
er nog voldoende zekerheid was of het allemaal wel echt waar
was.
Ik ben om een uur of elf nog naar de stad gelopen als ik me
goed herinner, maar ook daar nog weinig feestgedruis. Hier
en daar een aarzelende vlag, mannen van de BS (Binnenlandse
strijdkrachten), die met gewichtige gezichten rondliepen of
rondreden. Bij het Weteringplantsoen waar een paar maanden
tevoren een groep mannen als represaille was gefusilleerd,
was het wat drukker en hadden de mensen bloemen neergelegd.
Omdat er in de richting van de Munt ook geen activiteiten te
bespeuren waren ben ik weer naar huis teruggewandeld. Zo was
iedereen in gespannen afwachting van de komst van de
bevrijders.
Dit aanplakbiljet van Het
Parool vermeld:
"Naar ons van bevoegde zijde wordt medegedeeld, kunnen de
troepen van onze bondgenoten morgen, Maandag in de vesting
Holland verwacht worden."
foto: niet bekend
P.W. van Rossum: "zoiets kun je je hele leven niet meer
vergeten" (Citaat uit de
brief van Piet van Rossum aan zijn toenmalige (Rotterdamse)
vriendin.)
**
Vandaag was het de groote dag van de intocht der Canadeezen.
Vanochtend om 6 uur begon de „invasie”. Liefste, ik geloof
niet dat ik in staat ben om op papier te zetten hoe geweldig
deze intocht is geweest, het was allemaal overweldigend en
zooiets kun je je heele leven niet meer vergeten. Het was
een onafgebroken karavaan van auto's, tanks, motoren, die
van 's morgens 6 uur tot middernacht duurde. En al die
voertuigen waren afgeladen met jongens en meisjes, bedolven
onder bloemen, zoodat je de soldaten bijna niet meer kon
terugvinden. Wat een gezicht... al die lachende vrolijke en
bruingebrande koppen en ze waren allemaal even ontroerd door
zoo'n enthousiaste ontvangst, al die duizenden mensen werden
niet moe om onze bevrijders toe te juichen en te
huldigen....
De radioreporter van de BBC verklaarde in het nieuwe dagblad
„Het Parool”, dat Amsterdam alles heeft overtroffen, wat hij
tot dusver met de bevrijding in andere landen had
meegemaakt; zelfs de intocht in Parijs verzonk er bij in het
niet. Nu, het zal bij jullie in Rotterdam ook wel net zoo
geweldig geweest zijn, denk ik en je hebt toch zeker ook wel
zoo'n stoere Canadees omhelst, liefste, al was het alleen
maar uit dankbaarheid voor alles wat zij gedaan hebben om
ons te verlossen van het gehate Nazi-dom. Ze hebben het
verdiend, hoor! Ik kon vandaag bijna niet van de straat af
komen en ik vergat gelukkig dat er nog zooiets als „honger”
bestaat! Je denkt nu haast niet meer aan eten.**
Berlagebrug - waarschijnlijk op zaterdag 5 mei 1945
gemaakt.
* Alleen op die dag regende het, gelet op de paraplu.
foto: J.M. Bakels
*
het weer op 5 mei 1945:
De vijfde mei was met temperaturen rond 12 graden nog
een frisse dag, maar vormde volgens de overzichten van het
KNMI wel de afsluiting van periode met guur weer en veel
neerslag. Daarna volgde een periode van twee weken met
zonnig en warm zomerweer. Bron: KNMI
Op 5 mei ging
ook bij de familie Oltmann in de Kribbestraat 45/1 de vlag
uit. foto: Nora Oltmann
Bij herhaling hebben wij gedurenderende de illegale periode
onze medeburgers opgeroepen om de discipline, en in de
eerste plaats de zelfdicipline te handhaven. Nogmaals
richten wij dezen oproep tot U op grond van inlichtingen,
welke ons van de zijde van Militar Gezag zijn verstrekt.
Het is uitstekend en sympathiek, dat wij onze bevrijders
hartelijk welkom heeten. Maar de hartelijkheid gaat te ver,
wanneer ze bestrormd worden om sigaretten en chocolade, en
daarbij vaak half plat gedrukt als een van hen de
onvoorzichtigheid heeft 't een of ander aan te bieden.
Wij moeten de soldaten een weinig met rust laten en inzien,
dat zij niet altijd lust hebben zich met allerlei vreemden,
waarvan de meesten anderhalf woord Engelsch kennen, te
bemoeien.
In dit verband ook een woord tot de meisjes. Het is
volkoonen begrijpelijk, dat zij verrukt zijn over "die leuke
Canadeezen"; ook spreekt het vanzelf, dat na de duistere
jaren zonde levensvreugde de jolijt er uitbreekt. Maar
vergeet niet, dat een Canadees ook maar een mensch is; dat
hij hier vertoeft als soldaat en niet als zedemeester. Het
is bekend, dat de geallieerde soldaten geen rokkenjagers
zijn. En dus hangt het van onze meisjes af, welke ideëen
omtrend de zelfdicipline van de Nederlandsche meisjes onze
vrienden zullen meenemen naar hun verre land.
Wij Nederlanders zullen het op prijs stellen, wanneer zij
aan ons allen een leuke, hartelijke frissche herinnering
zullen meenemen, als van sportieve kameraden.
Bevrijdingsvreugde op de Amstellaan te Amsterdam Op de
achtergrond de
Wolkenkrabber Foto: Beeldbank Nationaal Archief
Max
van der Glas: "één juichende en hossende massa"
Wij woonden vanaf 1938 in de Vechtstraat en hebben daar
uiteraard de oorlog meegemaakt.
Toen het einde van de oorlog naderde was uiteraard iedereen
in feeststemming, wat enigzins voorbarig bleek te zijn en
dan duid ik op de gebeurtenissen op de Dam bij de Grote
Club". Maar...........toen de "bevrijding" dan eenmaal 'n
feit was, was er geen houden meer aan. Mijn eerste
herinnering gaat dan terug op de avond voor het officiele
nieuws van de bekend making. 's Avonds rond de klok van 8
werden daar 2 buurmeisjes uit het benedenhuis op nr.34 naar
buiten gesleept en kaal geschoren en daarna met teer
ingesmeerd. Dit omdat zij het met de Duitsers gehouden
zouden hebben. De volgende morgen lagen de haren nog in de
goot toen wij er langs liepen. Op weg naar de Amstellaan was
het één juichende en hossende massa van mensen die de
intocht van de "Canadezen" wilden meemaken
Ik zelf liep naar de hoek van de Amsteldijk. Daar werd
muziek gemaakt en allerlei bekende liedjes gezongen, er werd
gedanst, gehost, gezoend en iedereen liep te lachen. De
intocht op zich was één grote happening en iedereen van jong
tot oud probeerde op de legerwagens te klimmen en daarop mee
te rijden.
Het bietsen van sigaretten en chocola was ongelooflijk
populair tijdens deze intocht.Tot weken daarna was het
sigaretten roken met "bukshag" (opgeraapte peuken en weer
tot cigaretten gerolde tabak) normaal. Bijna ieder kind
zocht de peuken voor zijn ouders en wat was je trots al je
thuis kwam met enkele peuken.
Tot weken na de bevrijding werden er op bijna alle pleinen
in de stad feesten gegeven waar iedereen aan meedeed. Daar
deden veel bekende artiesten aan mee. Ik herinner mij nog
goed Snip & Snap op het Cornelis Troostplein, waar ons gezin
naar toe ging. Nog jaren daarna werden op 5 mei deze feesten
gehouden, met voor groten en kinderen diverse wedstrijden,
zoals, zaklopen, koekhappen, hoepelwedstrijden en wat dies
meer zij.
Heerlijke herinneringen die toch met 'n bijsmaak van leed in
mijn geheugen gegrift staan tot op de dag van heden.
Kijken naar de toekomst was en is het motto, maar men mag
het verleden niet vergeten.
G.J. Peeters: "Op het Victorieplein slipte een
verkenningstank"
Later de
intocht van de Canadezen, via de Berlagebrug en
Vrijheidslaan enz.
Op het Victorieplein slipte een verkenningstank schuinweg
over de gladde keien en kwam tegen een boom tot stilstand,
wat een toeschouwer een been kostte, omdat hij tussen boom
en tank bekneld raakte. De bestuurder van de tank heeft toen
nog geholpen het gewonde been af te binden. De straatfeesten
begonnen, en haast overal werd er gedanst. Daar tussendoor
gebeurde er ook andere dingen. NSB’ers werden opgehaald en
vrouwen kaal geknipt.
De witte bloemen van sneeuw
vielen over mijn honger. Een
verborgen radio praatte over
oorlog in de lege avonden, in
de lege winter.
De tijd was lang van angst.
*Der Tod, ein Meister aus Deutschland,
woonde ons laatste, verweerde leven uit.
met boven ons de hak, de haak, het hakenkruis.
Toen –
na een show van duizenden dode
lichamen in de Zuiderkerk
(de armoede die
de eeuwigheid was)
kwam de lente binnen met hoop en
met een spreeuw die zong:
In the mood.
En terwijl de lente mijn wereld
bezette, groeide op een dag alles
vol met lachende vlaggen
en liefdevolle vingers,
en honger gaf het op
te leven.
Ze kwamen, met hun vrijheid als een zon,
over de Berlagebrug.
Een lange nacht, in zwarte scherven gebroken,
viel in het water van de Amstel.
Der Meister aus Deutschland
vluchtte onze lente uit.
En de zon was wit: het
lichtste licht. En ik wist:
de opwinding van een levenslange oorlog
stierf, het wonder van oorlogswoorden als
Smolensk en La Falaise was voorgoed voorbij.
Terwijl de zon fel wit was,
nog lichter dan licht,
het witste van elk wit was.
* Der Tod
ist ein Meister aus Deutschland: Todesfuge van Paul
Celan
Ben Niesse: "Op blote voeten naar de Vrijheidslaan"
Wat ik
mij kan herinneren dat na een lange en koude hongerwinter
begin mei 1945 bij ons in de Mauvestraat (waar ik woonde)
bij heel veel huizen de Nederlandse vlag buiten hing. Mijn
moeder vertelde dat de Duitsers zich over gegeven hadden
(mijn vader was opgepakt en zat in Duitsland). Na enkele
dagen kregen we te horen dat de Canadezen elk moment bij de
Berlagebrug zouden komen. Mijn 4 jaar oudere broer Gijs en
ik op blote voeten naar de nu geheten Vrijheidslaan gerend
vlakbij de Berlagebrug waar het al vol stond met feest
vierende mensen. In mijn herinnering was het mooi zonnig
weer en daar kwamen inderdaad de legerwagens de brug over.
Omdat ik een klein ventje was van 7 jaar mocht ik vooraan
staan en het duurde niet lang of ik werd in een truck
gehesen en mocht ik op schoot bij een soldaat. Zo ben ik
meegereden naar de Rijnstraat waar ik er werd uitgezet en
mijn broer zag ik pas weer toen ik thuis kwam.
Berlagebrug - 8 mei 1945
Nederlands officier van de Stoottroepen begroet een jonge
dame
foto: J.M. Bakels
Willy Onrust - Cortus:
"juichen bij de intocht"
Op een
dag kwamen er vliegtuigen over. De kinderen op mijn school
werden helemaal gek en iedereen ging naar buiten om te
kijken wat die vliegtuigen deden. We holden naar de Ringdijk
achter Zorgvliet de dijk op. Als kind dacht ik dat er witte
broden naar beneden gegooid werden, maar natuurlijk kon een
meisje van 8 jaar (wat ik toen was) met al die kinderen en
volwassenen erbij, geen brood bemachtigen. De hele dag ging
er niemand meer naar school.
Na de oorlog heb ik ook mee staan juichen bij de intocht van
de Canadezen over de Berlagebrug. Bij de tramremise in de
Gaaspstraat werd er een vrouw kaal geschoren omdat ze met de
Duitsers was omgegaan. Ook werd er een strooien pop in brand
gestoken.
Mijn moeder maakte van een wit laken een jurkje voor mij en
die werd voorzien van oranje geschilderde knopen voor al die
straatfeesten die er toen waren. Een schavotje met kinderen
erop en daar is een foto van gemaakt. Mijn buurmeisje van 2
hoog, zij heette Hea Groen en ikzelf staan erop. De namen
van de andere kinderen weet ik niet meer.
Chris
de Keijzer: "Met Kodakboxje vanaf de Wolkenkrabber"
De bevrijding
was voor mij en mijn ouders zeer indrukwekkend. We woonden
op de Noorder Amstellaan nr 12, naast de winkel van mijn
vader het Amstel Warenhuis. We hadden kennissen die woonden
in de Wolkenkrabber, en ik ben toen de trappen opgeklommen
naar het dak, waarvan de deur open was.Vanaf het dak zag ik
een klein autootje aankomen, met op de deur een witte ster.
Waarvan bijgaand een foto gemaakt met een Kodakboxje op
papierfilm van Dalco. Ook kon ik op het dak de vliegtuigen
goed zien die voedsel hadden gedropt. Weer beneden
aangekomen, voor de deur van ons huis, was het een drukte
van belang en stonden de mensen uit de achtergelegen straten
op de stoep om de intocht die na dat kleine autootje op gang
kwam gade te slaan. Ik heb toen nog een paar foto's gemaakt,
maar door de slechte kwaliteit zijn er maar een paar
toonbaar. De foto met het rupsvoertuig is gemaakt door een
bekende van mijn vader en gemaakt bij de galerij op het
Daniël Willinkplein.
Begin van de intocht op de
Noorder Amstellaan, gezien vanaf de Wolkenkrabber
foto gemaakt door Chris de Keijzer
Noorder Amstellaan (Churchill-laan)
foto gemaakt door Chris de Keijzer
Noorder Amstellaan (Churchill-laan)
foto gemaakt door Chris de Keijzer
Amstellaan (Vrijheidslaan)
nabij het Daniël Willinkplein, 8 mei 1945
foto in bezit bij: Chris de Keijzer
Francien van der Veen - Bachra: "tabletten chocola en
sigaretten toegeworpen"
Toen we
hoorden dat de oorlog voorbij zou zijn gingen de bewoners
van de Amstellaan de straat op. Ik lag al in mijn bed en
hoorden de mensen praten en zingen. Dat moet toen toch heel
gevaarlijk zijn geweest.
In ieder geval kochten mijn volwassen nichten de volgende
dag een grote bos tulpen. We zijn met een stuk of zes
personen naar de Berlagebrug gelopen omdat iedereen dacht
dat de bevrijders direct naar ons toe zouden komen. Er waren
nog anderen ook maar niet zoveel mensen als we verwachtten.
Die dag (was het 6 of 7 mei?) kwam er een motorrijder de
brug op. Later bleek dat een Poolse verkenner te zijn
geweest. De motor en man waren allebei van een behoorlijk
formaat. Hij bleef een korte tijd op de brug staan en
draaide om terug te rijden. In die korte tijd wisten wij hem
met onze tulpen te versieren. Wij bleven wachten op een
vervolg. Ja wat denk je werden we door een groepje Duitsers
van de brug geschoten. Wij naar huis. Ik meen na twee dagen
kwamen de "Tommies" met hun tanks de stad in en werd ons
tabletten chocola en sigaretten toegeworpen. Van een der
Canadezen (is met een nicht van mij getrouwd) hoorden wij
dat ze heel veel eten in blik in de cabines hadden voor dat
uitgehongerde Amsterdam. Zij hebben zich er erg over
verbaasd dat er niet zoveel om eten werd gevraagd. Vooral
sigaretten en chocola waren de verzoeken.
Ruud Jansen: "herinneringen met een gouden randje"
Als ik 8
mei 1945 in mijn geheugen intoets melden zich zonder
problemen de herinneringen aan die dag aan. Met voorop de
binnenkomst van onze bevrijders, de Canadezen, in Amsterdam.
Ik zie mezelf ’s ochtends naar de hoek van de Scheldestraat
en de Noorder Amstellaan lopen, het is prachtig weer en ik
zoek een plaatsje tussen de toeschouwers die in dikke rijen
langs de route staan. En dan komt de eerste jeep langs,
volgepakt met lachende soldaten. Het lijkt daarna wel of er
geen einde meer komt aan onze toejuichingen en het gaat maar
door, de hele dag trekt er een eindeloos lijkende rij van
auto’s, motoren en andere legergroene voertuigen aan me
voorbij. Het zijn herinneringen met een gouden randje.
Maar waar ging die stoet eigenlijk naar toe? Wat voor dag
was het, moesten we niet naar school of naar ons werk? En
hoe wisten we dat onze bevrijders op die dag zouden komen?
Op die vragen kan ik het antwoord niet vinden en in mijn
geheugen ontbreekt een soort Google om me bij het zoeken te
helpen.
8 mei 1945, ik moet in ieder geval toch wel op mijn PC
kunnen vinden op welke dag van de week die datum viel? Het
zoekresultaat met de eeuwige kalender levert in ieder geval
een antwoord op. Het was een dinsdag.
Dinsdag 8 mei 1945, 62 jaar geleden, vond dus de intocht van
onze bevrijders plaats en die gebeurtenis is ondanks wat
witte vlekjes in m’n geheugen nog steeds springlevend voor
me. En ik denk voor iedereen die er bij was.
Prachtig,
die spanning! Je hoorde ze in de verte aankomen. Mensen
kwamen vooruit en wisten te vertellen: “Ze zijn nu daar, ze
komen over een uurtje hier” enz. Ik zat eerst op school mijn
dagelijkse portie bijvoeding te nuttigen toen ik luid
gejuich hoorde. Sensatiebelust in die tijd schraapte ik mijn
emaillen schaaltje leeg en haastte mij naar de Berlagebrug
in Amsterdam en zal die aanblik nóóit vergeten. Die jeeps
vol beladen met jonge meiden en gebruinde soldaten, zingend,
juichend.
Mia had mij geleerd als ik om eten wilde vragen: “Have you
some food for me?”.
Maar ik, met mijn 13 jaar en jaren groeiachterstand, oogde
als hooguit 9. Dus op mijn bedelvraag gleed een blik over
mijn schamele gestalte en werd het verzoek afgewezen: “No,
too little.” Stampend van kwaadheid kwam ik thuis: “Als je
klein bent heb je toch óók honger!” Ik wist niet dat er wat
tegenover moest staan. Mia ging mee tot het eind van de stad
en kwam uren later lopend thuis. “Heeft-ie je gezoend?”
”Ja.” Mijn moeder pakte een washand en boende haar hele
gezicht schoon!
Bevrijdingsvreugde op 8 mei 1945
op de Amstellaan ter hoogte van de
Rijnstraat. Foto: Beeldbank Nationaal Archief
Leo Cappèl: "bevrijdingsbaby"
‘Wacht
maar niet op mij,’ zei moeder. ‘Ik kom zo meteen wel.’
Mijn zusje Trudi en ik hadden ons ontbijt al lang op: twee
suikerbietkoekjes elk.
Wij namen onze zelfgemaakte vlaggen, en gingen op weg naar
de Amstellaan, naar de Berlage Brug. Het was maar een paar
minuten lopen, en het klik-klakken van onze houten sandalen
was al gauw overstemd door het geronk van zware motoren,
door zingen en het gejuich van honderden mensen.
Wij drongen naar voren, wuifden onze vlaggen voor de
soldaten. Amerikanen, dachten wij.
Maar vader en moeder kwamen maar niet.
Thuis vonden we moeder in bed, een baby in haar armen! ‘We
zullen hem Tom Victor noemen,’ zei vader.
Later kwam een groepje soldaten onze straat door. Vader naar
buiten: ‘Mijn vrouw kreeg net vanmorgen een baby, zodat ze
jullie niet kon verwelkomen. Maar ze zou zo graag een
bevrijder ontmoeten.’
Een van hen kwam binnen. ‘Nee,’ zei hij. ‘Wij zijn geen
Amerikanen, wij zijn Canadezen. Maar mijn ouders waren
Hollanders, en ik spreek een beetje Hollands. A little bit.’
Hij feliciteerde moeder en bewonderde ons nieuwe broertje.
Tom, een van de eerste Rivierenbuurt babies geboren na de
bevrijding.
Amstellaan (Vrijheidslaan) - 8 mei 1945
foto: J.M. Bakels
Mieke Delfgaauw: "de Canadezen zijn hier, de Canadezen
zijn hier"
Op de dag
van de bevrijding was ik, net 3 jaar oud, thuis en herinner
mij dat mijn vader thuis kwam en riep:"de Canadezen zijn
hier, de Canadezen zijn hier". Ik mocht met hem mee naar het
Victorieplein. (toen nog Daniel Willinkplein, waar mijn
grootouders woonde)
Wij renden over de Rooseveltlaan. (dat was de Zuider
Amstellaan) Ik met mijn kleine beentjes zo hard als dat maar
mogelijk was terwijl mijn vader mijn hand vasthield, en ja
hoor wij stonden vlak bij de wolkenkrabber en daar kwamen de
Canadezen voorbij: auto's, tanks en iedereen zwaaien en
roepen. Ik geloof dat mijn vader mij op zijn schouders nam
want ik kan het me nog zo precies voorstellen!! Ik kan mij
niet meer herinneren of mijn moeder en mijn oudere broer en
zusje, evenals toen de jongste, mee waren, alleen mijn
vader, ik en de Canadezen en de enorme vreugde die er in de
lucht hing. Daarna gingen wij naar opa en oma die het vanuit
hun raam hadden bekeken. Wat een feest. Helaas heb ik geen
fotos van de intocht alleen de herinnering die mijn 'foto'
is.
Jaren later kwam ik bij een vergadering een Canadees tegen
die bij de intocht was als bevrijder.
Amstellaan (Vrijheidslaan) - 8 mei 1945 - met de vader
van Lilian Westendorp links op de foto met hoed voor de
lantaarnpaal.
foto: J.M. Bakels
Lilian Westendorp van Delft: : "Ik mocht voorin de
tientonner"
We hadden
al een paar dagen tevergeefs op de Berlagebrug gestaan, toen
ze dan eindelijk 8 mei kwamen. Wij stonden op de Reinier
Vinkeleskade bij HET PAROOL. (illegale krant) Wij hadden die
altijd gebracht van het adres onze school naar het
verdeeladres. Alles was daar versierd en we kregen
vlaggetjes, sjerpen etc. Toen de stoet Canadezen langs kwam
en stopte mocht ik in de eerste tientonner of zo iets voorin
om de weg te wijzen. Ik had en heb altijd wat met rechts en
links, dus we gingen vaak verkeerd, de hele laadbak en de
hele kolonne zat vol gillende tienermeisjes en er was een
geweldig gejuich langs de kant. Op de Hoofdweg stopte de
kolonne en kwamen er jongens uit mijn klas me waarschuwen,
dat ze tot Haarlem niet meer zouden stoppen en dat ik eruit
moest komen. Ik deed dat en we liepen weer naar huis in de
Deurloostraat. Inderdaad waren er tientallen en misschien
wel meer kinderen, die allemaal terug hebben moeten lopen
uit Haarlem. Dit is mijn herinnering aan de intocht van de
Canadezen.
Noorder Amstellaan (Churchill-laan) - 8 mei 1945
foto: J.M. Bakels
Gedicht van Paul Gellings
BEVRIJDING
Lente in de toekomst van toen:
vol witte bloesems de bomen,
vogels die je steeds vroeger
in de morgen hoort komen.
En in het wat nevelige licht
van deze uitbundige dagen
lijkt van de vijand het gezicht
geleidelijk aan te vervagen,
omdat de magnolia bloeit
en niemand het kind van de beul
met oude schuld nog vermoeit,
die misdaad uit andere dagen.
Toch moeten die andere tijden
voor altijd onze geschiedenis zijn,
die demonen, fantomen, die pijn;
zodat we ons steeds weer bevrijden.
Lente in de toekomst van toen:
herinneringen vullen je dromen
vlak voor zo’n morgen waarop
je de bevrijders hoort komen.
Bloemenzee op de fusilladeplaats op de Apollolaan - 8
mei 1945
foto: J.M. Bakels
Theo van Vilsteren: "een heel eind mee de stad inrijden"
Ik heb
gezien hoe de Canadezen op 8 mei 1945 over de Berlagebrug en
de toenmalige Amstellaan de stad in trokken. Ik was toen
gaan kijken op de Amstellaan en ben op een gegeven ogenblik
op een pantservoertuig geklommen en mocht toen van de
bemanning van die pantserwagen een heel eind mee de stad
inrijden. Omdat er geen trams en bussen meer reden, - veel
trams waren als buit naar Duitsland afgevoerd -, moest ik
het hele eind terug lopen! Overigens heb ik in mei 1940 ook
de Duitsers op dezelfde plek de stad zien binnentrekken. Als
jongetje van 8 vond ik dat toen ook prachtig. Vanaf 5 mei
tot 8 mei 1945 was er een soort machtsvacuum; de Duitsers
hadden gecapituleerd maar de bevrijders waren er nog niet.
De Duitsers die in de witte villa aan de Amstel waren
gelegerd, weigerden zich door de "Binnenlandse
Strijdkrachten" te laten ontwapenen en schoten al hun
munitie op. Dat is de enige keer dat ik tijdens de oorlog
heb horen schieten.
Ik kreeg op 8 mei ook mijn eerste chocoladereep. Mijn moeder
lag toen in het OLV ziekenhuis en kreeg daar van een
bezoekende Canadees een reep die ze aan mij doorgaf.
Zes ben
ik, bijna zeven, als ze binnenrollen, binnenrijden. Ik sta
aan de kop van de kaarsrechte Amstellaan en klim op
een legerauto. Nou ja, ik zal er wel zijn in getild, want ik
ben nogal klein van stuk. Soldaten geven me chocolade. En
sigaretten voor mijn vader. Als ware helden signeren ze, in
mijn zakboekje. Dat ben ik helaas kwijtgeraakt. Waar ik ben
afgestapt, uitgestapt, weet ik niet meer.
Jaren, vele jaren later, zie ik ze weer, weerom. Twee maal.
Door mijn woonkamerraam, vanaf mijn voorbalkon. De
Wolkenkrabber, negen hoog. Ontroering giert door mijn ziel.
Tranen vloeien in vrijheid.
Vrijheidslaan, herdenkingsintocht - 7 mei 2005
Foto: Paul Mertz
Ruud
Jansen: "Hoe het verder ging"
In de
maanden na hun intocht werden de Canadezen een vertrouwd
gezicht in het stadsbeeld. Vlak bij ons huis, op het
Scheldeplein, werd een groep ingekwartierd in de garage
waarin tegenwoordig een bowlingcentrum is gevestigd. Die
konden natuurlijk op belangstelling van de hele buurt
rekenen. Iedereen probeerde wat te bietsen bij de
soldaatjes. Eten, chocola, sigaretten. Heel gewild bij de
jeugd waren militaire onderscheidingstekens. De
belangstelling van de soldaten ging uiteraard vooral uit
naar het vrouwelijk schoon.
Het eerste half jaar na de bevrijding werden er overal
bevrijdingsfeesten georganiseerd. Er was geen wijk die wilde
ontbreken met wedstrijden voor de kinderen en dansfeesten
voor de ouderen. En verder was er ook voortdurend kermis.
Niet van die kleine kermisjes, maar grote. Op de Jozef
Israelskade, een paar minuten van ons huis, was er eentje
opgebouwd, die daar maanden bleef staan maar ze stonden ook
in andere delen van de stad .
Ik kan me ook nog goed herinneren dat de volledige
Amsterdamse schooljeugd op uitnodiging van de Canadezen een
middag gratis naar de kermis mocht. Via school had ik een
kaartje voor de kermis aan de Jan van Galenstraat gekregen.
Bij binnenkomst kreeg je een grote zak met snoepgoed. Je
mocht overal in, autootjes, draaimolens, noem maar op. Onze
bevrijders hadden het aantal jeugdige Amsterdammers echter
onderschat waardoor er een gigantische chaos ontstond. Zelfs
voor de meest lullige draaimolen moest je een kwartier
wachten voor je aan de beurt was voor een gratis rondje.
Maar we vonden het prachtig, dat weet ik wel.
Deze stalen
wimpel is het symbool van dankbaarheid. In 8 mei 1945 kwam
deze dankbaarheid tot uitdrukking toen duizend Canadezen
Amsterdam binnentrokken. Bij deze intocht werden de
Canadezen verwelkomd door ongeveer een half miljoen
Amsterdammers.
Het monument werd op 5 mei 1980 onthuld door burgemeester
Polak en de Canadese luitenant-kolonel Bell Irving.
Amsterdam dankt zijn Canadezen
Jan de Baat (1921)
Cortenstaal, 600 x 300 x 800 cm
Jaar van plaatsing 1980
Apollolaan
Stalen wimpel van Jan de
Baat Foto: Jos Wiersema
Herdenkingsplaquette
op de Berlagebrug
De
herdenkingsplaquette, die is aangebracht op het
brugwachterstorentje van de Berlagebrug, spreekt voor zich
zelf:
“De eerste geallieerde bevrijders, die op 7 mei 1945 over
deze brug Amsterdam binnentrokken, behoorden tot het Britse
49-ste W.R. Reconnaissance Regiment.
Op 8 mei 1945 gevolgd door de Canadese hoofdmacht."
Herdenkingsplaquette, die is
aangebracht op het brugwachterstorentje van de Berlagebrug Foto: Jos Wiersema
Bij de
totstandkoming van deze pagina is getracht zoveel mogelijk
toestemming te verkrijgen voor het beeldgebruik van de
oorspronkelijke uitgevers. Indien een rechthebbende denkt
aanspraak te kunnen maken op het beeldgebruik op deze
website, gelieve contact op te nemen met de auteur van deze
pagina J.Wiersema
info@geheugenvanplanzuid.nl.
Bent u getuige
geweest van de intocht van de Canadezen en Engelsen in mei
1945 en wilt u hierover iets vertellen?
Inzenden? >>