Ingezonden bijdrage van Max van der Glas

Terug naar de vorige pagina <<

 

index ingezonden

Max.C.van.der.Glas (1938-2016)
(Natanya Israël)

index Max

Het was, is, en blijft 'n dorp.

Toen ik enige tijd geleden schreef dat er vroeger, in de veertiger en vijftiger jaren, zo veel gepoft werd in de verschillende winkels en de Rivierenbuurt vergeleek met 'n dorp, wist ik niet dat het nu, hoewel op kleinere schaal, nog zo zou zijn.
Toen ik kort geleden in Amsterdam was en door mijn oude buurt liep, wilde ik wat te drinken halen in een van die buurtwinkeltjes die zich staande had weten te houden tussen het geweld van de vele grote winkelketens die er nu in grote mate de dienst uitmaken. Verdwenen waren bijna alle eenmansnerinkjes van vroeger waar we de boodschappen haalden. Zelfs de beroemde ketens van Simon de Wit, Vana, de Gruyter, Jac Hermans, die men voor bolwerken hield, waren verdwenen, opgeslokt door Albert Heijn, Dirk van de Broek, ALDI, Lidl en hoe ze verder ook mogen heten.
Maar dit kleine winkeltje, of zoals mijn moeder het genoemd zou hebben, "Stinkeltje", was er nog. Zelfs de weeïge lucht van vermengde melk, boter, kaas, meel, vanillepoeder, kruidnagelen, specerijen en al die andere oude onverpakte producten van vroeger hing er nog. Vóór mij waren twee dames die, zoals ik al vlug merkte, er regelmatig kwamen en niet alleen voor boodschappen. Nee, men kwam er ook om het laatste buurtnieuws, cq roddels uit te wisselen. Toen ik binnen kwam werd de toon van het gesprek wat gedempter, maar ik ving nog net op, "die van twee hoog" en wat losse flarden van het gesprek, "heb ik gehoord", "ja, heb ik gezien". Geduldig wachtte ik op mijn beurt, terwijl het gesprek voortging en de eigenaresse, althans dat nam ik aan, de bestelde boodschappen op de toonbank zette. Kan ik u helpen, vroeg ze tussendoor aan mij, maar ik vond het geheel zo amusant en sensatie belust als ik ben, zei ik dat ik wel op mijn beurt wachtte. Terwijl de winkelierster de boodschappen klaar maakte, bleven de twee aanwezige dames onverminderd voortgaan met hun visie en commentaren op de bewoners van de buurt, af en toe aangevuld door 'n opmerking van de winkelierster.
Na enige tijd en na nog de nodige en onnodige beleefdheids vormen te hebben geuit, zei mevrouw 1, terwijl zij de deurknop al in haar handen had, "schrijf het maar op, doooeeg" en liep de winkel uit. Mevrouw 2 had blijkbaar nog wat te vertellen wat niet voor mijn oren geschikt was en zei beleefd, gaat u maar voor hoor, want ik heb nogal veel te bestellen en dat duurt wel even. Na mijn flesje spa water gekregen en betaald te hebben en ik al bijna de winkel verlaten had, hoorde ik nog net, "zij is ook niet zo brand . . . . " de rest kon ik, helaas, niet meer verstaan, maar ik kon mij wel indenken wat het vervolg moet zijn geweest.
Buiten gekomen moest ik onwillekeurig aan onze melkboer Russcher denken in de Vechtstraat, want het net beschrevene zou zich ook zo'n 60 jaar geleden daar afgespeeld kunnen hebben.
Toen ik door toeval 2 dagen later in de zelfde winkel weer kwam, dit keer vergezeld van mijn kleinzoon, die zo nodig bamba's wilde hebben, stonden die zelfde vrouwen er weer en wederom waren er diverse buurtgenoten het middelpunt van het gesprek.
Ja, in feite is er dus niets veranderd in de buurt en toen ik 'n opmerking maakte in die richting tegen mijn kleinzoon, keek hij mij begrijpend aan en knikte.

Max.C.van.der.Glas.
maart 2008

omhoog

Terug naar de vorige pagina <<