Ingezonden bijdrage van Ben Niesse

Terug naar de vorige pagina <<

 

index ingezonden

Pagina van Ben Niesse

Ben Niesse heeft van 1970 tot 2004 in de Rivierenbuurt gewoond. Tijdens de oorlog kwam hij veel bij zijn oma in de Uiterwaardenstraat. (red.)

Hongerwinter in de Rivierenbuurt

De hongerwinter van 1944-1945 kan ik me nog heel goed herinneren, mijn vader was opgepakt door de Duitsers en afgevoerd naar Duitsland. Mijn moeder stond er alleen voor met 4 jongens vanaf 1 tot 13 jaar en het voedsel, kleding, schoenen werd steeds minder. Brandstof voor de kachel was er ook niet meer geen stroom geen water en alles wat in huis brandbaar was werd gesloopt tot het zeil in de kamers toe. Ook de bomen in de straat gingen er aan (Mauvestraat). Mijn broer Gijs en ik moesten regelmatig met een zeef naar de Wibautstraat in Oost waar een oud treinstation was geweest en dat met blote benen en kleppers aan de voeten in de kou uren lang zeven voor een beetje kolengruis.
Mijn oudste broer Kees werd er op uit gestuurd naar de Wieringerwaardpolder om te proberen nog wat eten te halen bij een zuster van mijn vader die met haar man een boerderij beheerde. Maar door omstandigheden kon hij pas weken later terug komen. Ook Gijs en ik moesten in de rij staan bij de gaarkeuken hoek Tolstraat en de Amsteldijk het voormalige stadhuis van Ouderamstel en wat je daar in het pannetje gemikt kreeg, laten we daar maar niet op in gaan. Dan kon je maar beter suikerbieten en bloembollen eten. Mijn moeder kreeg te horen dat in de buurt van Ouderkerk A/d Amstel nog wat voedsel te halen was, zij een handkar gehuurd en in de sneeuw en kou lopen naar Ouderkerk a/d Amstel en nog heb ik het beeld voor ogen dat ik tegen het donker worden voor het raam stond dat ze doodmoe de straat in kwam met een lege kar. Op de dag liepen we vaak langs de huizen om op deuren te kloppen en als er open gedaan werd vroegen we een snee brood, een enkele keer met succes en kregen we van dat regeringsbrood en dat werd thuis verdeeld. In December een avond voor de kerst zaten we met ze vieren aan de tafel met niets mijn jongste broer nog in het ledikantje donker en koud werd er beneden op de deur gebonst, wie zou dat zijn duitsers of iemand anders. Moeder toch maar de deur open getrokken en er kwam iemand beneden binnen er werd wat neergezet en de deur werd weer dicht gedaan. Ze ging naar beneden en tot grote vreugde kwam ze boven met een doos met voedsel en tot vandaag weten we nog steeds niet wie dat prachtige mens geweest is. Les werd er ook niet meer gegeven in de Boumanschool maar juffrouw Mulder kwam af en toe ook wat brengen een strenge maar ook een hele lieve onderwijzeres en er waren meer mensen in de omgeving waar je af en toe mee mocht eten. Zo verliepen de weken en het werd April en er werden voedselpaketten gedropt met hele grote repen en eierpoeder en nog veel meer er in en er werd Zweeds wittebrood verstrekt bij bakker Moes in de Van Woustraat Moeder zei "allemaal in de rij" dus met zijn vieren en ik begon op de hoek van de Lutmastraat en voetje voor voetje kwam ik bij bakker Moes en kreeg ik zo'n fantastisch Zweeds wittebrood in de handen gedrukt en bij thuiskomst lagen er al drie op tafel. Wat ik nu vertel is echt gebeurd mijn kleine broertje Arie bleef eten en ik had twee sneden brood op en het kwam er uit, mijn maag kon het niet meer verdragen. Begin Mei wapperde de Nederlandse vlag overal in de straten, de oorlog was afgelopen en in Juni kwam onze vader thuis die was bevrijd door de russen. De jaren na de oorlog waren ook niet best maar we hadden te eten en het leven was weer op het goede spoor.

B.Niesse, 2 april 2007
ben.niesse@orange.nl

 

omhoog

Terug naar de vorige pagina <<