Ingezonden bijdrage van Freda Keuker. . . .

Terug naar de vorige pagina <<

index ingezonden

Curaçao

Pagina van Freda Keuker

 

e-mail: freda@carib-online.net

IJssie Prima!!!!

Mijn eerste duidelijke herinnering aan de Griftstraat, waar ik op 27 juni 1942 geboren werd, is de hongerwinter.
We hadden geen eten en het was erg koud. Licht werd gemaakt met de zogenoemde “knijpkat”. Een apparaatje dat te vergelijken is met de dynamo van een fiets en met de hand wordt bediend.
Ook de bevrijding staat me nog levendig voor de geest. De voedseldroppings op het land bij de Rivierenlaan en de feesten daarna.
Ieder jaar was het groot feest op Bevrijdingsdag. De hele Griftstraat en de Rivierenbuurt waren versierd en ik mocht met mijn versierde poppenwagen dan meelopen in de optocht. Het was een heerlijke tijd.

De enige auto bij ons in de straat was die van de taxi-chauffeur aan de overkant. We konden dan ook makkelijk tollen op de middenweg. Nu heeft de Griftstraat parkeerhavens en volgens mij moet je tegenwoordig betaald parkeren daar, net zoals in de rest van de buurt.
We mochten soms een fietsje huren, voor een kwartje per uur. Dat was veel geld in die tijd. De fietsjes huurden we op de hoek van de Rivierenlaan en de Rijnstraat. Toen de we kunst onder de knie hadden, waren we volkomen verslaafd en probeerden van alles om aan geld te komen om een fietsje te huren.
De kinderen van nu zullen dit allemaal niet meer begrijpen, want ze krijgen tegenwoordig van alles. Tot mijn verbazing zag ik op de televisie dat veel kinderen tussen de 5!!!! en 11 jaar al ee mobieltje bezitten met alles derop en deran.
Wij hadden thuis in die tijd nog geen telefoon. Dat had trouwens bijna niemand. Ook de wasmachine was iets nieuws. Bij de buren werd iedere week een Hoovertje gebracht, een wasmachine die je toen kon huren, en die werd dan aan het eind van de dag weer opgehaald.
Toen de televisie kwam mochten mijn broer en ik met onze pa mee naar een radiozaak, ik geloof dat die in de Lekstraat, vlak bij de Rijnstraat was. Daar stond in de etalage de eerste televisie die ik van mijn leven zag. De eerste uitzending viel me erg tegen. Het was “Holiday on Ice” en ik was zeer teleurgesteld dat het allemaal zwart wit en zo klein was. Ik zei dat ik er niet veel aan vond, waarop mijn vader riep dat dit een omwenteling was van de bovenste plank, een wonder dat dit kan, enzovoort.

De ene herinnering na de andere komt nu boven. Wat heel leuk was: de ijscoman van de Sierkan. Hij kwam met zijn karretje door de straat en wij mochten hem dan “helpen”. Samen met hem riepen we dan: “Sierkan Roomijs!, Norico, Chocolade-ijs, IJs met Chocolade, IJssie Prima!!!!!”
Als we een paar straten hadden meegelopen kregen we een roomijslollie van 5 cent van hem cadeau. Dat was heerlijk.

Sierkan met ijscoman Nelis in de Moerdijkstraat thv nr 13 in 1962.
Sierkan met ijscoman Nelis in de Moerdijkstraat thv nr 13 in 1962.
Foto: van Henk Zirschky

Wat bijna altijd vaste prik was op zondag, was een wandeling naar en over de Zuidelijke Wandelweg. Mijn broertje Pim in de wandelwagen en ik ernaast. Toen we groter werden vanden we het geen onverdeeld genoegen meer, dat gewandel. Eerst ’s morgens naar de Oranjekerk, helemaal in de Van Ostadestraat, waar pa ouderling was en ook voorzitter van de Kinderkerk. Daarna meestal koffiedrinken en lunchen bij de opa’s en oma’s die er in de buurt woonden en dan ’s middags wandelen. Ik herinner me dat er ook wel fraaie bloemen langs de kant van de Wandelweg stonden. Was er eigenlijk een gedeelte met volkstuintjes? Ik denk van wel. In ieder geval lagen we in een deuk, toen we langs een gedeelte met prachtige dahlia’s liepen een mevrouw die achter ons liep te wandelen met haar man, riep: “Mins, mins, wat een doooliaaa’s, wat een doooliaaa’s.

Wat we in die tijd, wel heel leuk vonden was het vertier in het Beatrix- en Irenepark. In het Irenepark (tenminste ik geloof het Irenepark) was het “plasbad”, met een beeld van een fraaie zeemermin in het water. Daar gingen we onder begeleiding van onze moeder wanneer het mooi weer was, lekker zwemmen. Nou ja, zwemmen....het was een ondiepe pierenbak, maar iedereen vond het prachtig. Onze moeder niet zo, ze vond het nogal smerig, omdat ze dacht dat alle kinderen wel in het water zouden plassen, maar wij en alle andere kinderen vonden het geweldig. Natuurlijk gingen we toen we groter werden ook naar het Mirandabad. Daar kon je op bepaalde dagen voor een dubbeltje zwemmen!
Het was een fantastische tijd, met koude winters en sneeuw en ijs. Dan gingen we naar de Boerenwetering om te schaatsen. Daar bracht ik niet veel van terecht, want ik had een hekel aan de kou en had altijd verkleumde vingers en voeten. Daarom woon ik nu dan ook al veertien jaar op het tropische eiland Curaçao. Toch denk ik met veel plezier terug aan mijn fijne jeugd in de Rivierenbuurt.

Freda Keuker, 14 januari 2005.

Freda Keuker anno december 2004
Freda Keuker

omhoog

Terug naar de vorige pagina <<


Vergroot


Vergroot


Vergroot