Wie weet ,viel zonlicht op het plein
En kleurde het laatste herfstblad rood-
toen men het Joodse kind verbood
kind te zijn met anderen.
Door rassenhaat en naziwet,
die iedre norm met laarzen trad
en t leven hier vergiftigd had-
voor altijd buiten spel gezet
En, wat ten hemel schreiend was
de aarde draaide om haar as.
En dan beveelt het gruwelijk brein
een ghetto op het speelterrein
Een Markt voor Joden gaat hier open
Tot gele ster gedegradeerd
en daaglijks meer geïsoleerd
mag ster alleen bij sterren kopen
En wat zo diep beschamend was
de wereld draaide om haar as
Weer spelen kindren op het plein
In blauwe en bruine ogen
staan tintelende kleurenbogen
om t uitgelaten samenzijn;
hun buitlende belevenis
die t voorspel van de toekomst is.
Een opgewonden muzikant
slaat dromen uit zijn blikken trommel
Een vliegenier stijgt op zijn schommel
hoog boven huizen, zee en land.
Trots onder haar gevouwen krant,
in wit gordijn van waardigheid,
neemt klein bruine majesteit
haar blonde koning bij de hand.....
De kinderen, die zijn omgekomen
staan - als een teken - aan de wand
|