Voorwoord over de
ontstaansgeschiedenis van het boek en de achtergronden van de wandeling
Wandelen in de Amsterdamse
Rivierenbuurt deed ik vroeger altijd in zeer besloten kring of in mijn eentje. Daarin zijn
een paar fasen te onderscheiden. Als kind liep ik er in de jaren vijftig aan de hand van
mijn ouders. Eind jaren zeventig, toen ik tijdelijk in Bussum werkte, nam ik vaak de trein
en wist dan niet hoe gauw ik in Amsterdam moest gaan flaneren, door de Scheldestraat of
langs de Churchill-laan. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Alsof er ik in
1964 niet was vertrokken. En toen ik twintig jaar later aan de IJssel was komen te wonen,
bleek Amsterdam-Zuid zó dichtbij, dat het ineens heel makkelijk was om binnen een uur aan
mijn wandelverslaving toe te geven. Ik pakte de trein of de auto en een uurtje later liep
ik door het decor van mijn jeugd.
Wat trok mij? Mijn eigen
geschiedenis, van na de oorlog? Of de bezetting, het pijnlijke, grote verleden van de
Rivierenbuurt, dat in mijn kindertijd vanwege allerlei mogelijke verhalen al een enorme
zuigkracht had? Allebei, denk ik. En ook de wonderschone architectuur: Plan Zuid, alle
statige woonblokken, straten, pleinen, trapportalen, erkers, trambanen, bovenleidingen -
een stratenplan dat een nergens mee te vergelijken ritme in zich draagt, waar je steeds
weer door geheimzinnige vormen en figuren wordt verrast en rondkuiert als in een
openluchtmuseum.
Amsterdam-Zuid heeft mij
nooit losgelaten. Het ging in de jaren negentig zelfs zo ver, dat ik er gedichten over
begon te schrijven, waarvan de cyclus Zuidelijke Wandelweg in mijn bundel Antiek Fluweel de neerslag is, én de grondslag heeft gevormd
voor mijn gelijknamige roman. In eerste instantie was het project niet meer dan een
samenraapsel van sferen en herinneringen, poëtisch proza waar ik in 1995 mee begon en dat
ik op vrij korte termijn als boek dacht te kunnen presenteren onder de (niet al te beste)
titel Zwart Zuid.
Door allerlei omstandigheden
heeft het schrijfproces veel langer geduurd, maar uiteindelijk heb ik precies dát boek
geschreven over Zuid dat ik voor ogen had. Het is een wandeling vol magie geworden: de
tijd wordt opgeheven, heden en verleden kronkelen door elkaar, nachtmerrie en nostalgie
staan op gelijke voet. Eigenlijk is het verhaal enigszins buiten zijn oevers getreden.
Flaneerde ik lange tijd in volstrekte eenzaamheid door de Rivierenbuurt, nu lopen er
lezers met mij mee, zoals in de zomer en het najaar van 2003 meermalen is gebleken. Een
heel bijzonder groepje enthousiastelingen voor wie ik een paar keer op locatie - en ook
over de desbetreffende locaties - heb voorgelezen uit Zuidelijke Wandelweg. Boekhandel
Jimmink maakte dat mogelijk. Dat digitale bouwmeester Jos Wiersema aan mijn boek een
complete website heeft willen wijden zie ik als een groot voorrecht. Jos wandelde
onnadrukkelijk en onderhoudend - en loepzuiver fotograferend - met mij mee en plaatste zo
een kroon op een wandeling van jaren en jaren door Amsterdam-Zuid.
PG
|