256 - "Stoepen"
(herinneringen aan een jeugd in de Rivierenbuurt in de jaren vijftig)
Het was natuurlijk een kinderrijke buurt, de Rivierenbuurt. Gehavend uit de oorlog gekomen probeerden de mensen zo goed en zo kwaad als het ging hun leven weer op de rails te krijgen. Omdat er door het verdwijnen van zoveel Joodse gezinnen een groot aantal huizen leegstond, kregen veel jonge gezinnen deze toegewezen.
Elk huis herbergde wel één of meerdere gezinnen. Het was dus een leven van jewelste. Veel was er voor kinderen niet te doen behalve buitenspelen, zomers naar het De Mirandabad gaan, langs de Boerenwetering in het groen schooien of in de Amstel zwemmen met gevaar voor eigen leven, niet in de laatste plaats door de altijd aanwezige ratten.
Maar het waren de jaren vijftig. Je mocht bijna niets, moest ‘rechtop’ zitten als je tantes en ooms kwamen, waarbij je van verveling bijna van je stoel afviel. Bij hoge uitzondering kreeg je het fiat om ‘ervandoor’ te gaan en op straat te gaan spelen. Die kans greep je natuurlijk met beide handen aan.
Op straat speelden we vele favoriete seizoensgebonden spelletjes zoals knikkeren, diaboloën en het uitwisselen van de zgn. Players, de gehalveerde labels van pakjes sigaretten zoals Chief Whip en Black Beauty. Omdat er zo weinig te doen was werd je fantasie eindeloos geprikkeld om dingen uit het niets te maken. Een honkbalknuppel maakte je van een oude tak of je bond twee blikjes met lange touwen onder de voeten om het steltlopen te beoefenen. Kostte niets maar wat een lol als het lukte.
De straatspelletjes bestonden verder uit voetballen, ‘stoepen’ en kwajongensstreken uithalen op het gras aan de zijkanten het afgesloten sportveld van Allen Weerbaar in de IJselstraat/Reggestraat.
Je mocht niet in het perkje voetballen want dan kwam je op het gras. De aan het plein wonende politieagenten letten goed op dat je je aan die afspraak hield. Natuurlijk was het een sport die mannen tot het uiterste te tergen door juist in het perkje te gaan ballen. Om te stoepen had je natuurlijk alleen maar een smalle straat en een bal nodig. Het spel bestond eruit dat je de bal naar de overkant van de straat gooide en dan de stoep moest raken. Als de bal terugsprong had je een punt.
Dat ging niet altijd goed. Eens kwam er een fietser aanrijden en omdat die morgen weinig geluk had gebracht dacht ik de bal nog wel even te kunnen gooien. En ja hoor, zal je nét zien: een punt. De bal sprong terug, kwam tussen het voorwiel en frame van de fietser, waardoor deze ten val kwam. Ik had geluk met het punt maar minder met de status van de gevallen man: een politieagent van om de hoek, werkzaam in de Pieter Aertsstraat. De afloop was dus een aantal woensdagmiddagen strafregels schrijven op het hoofdbureau van politie aan de Marnixstraat. Zo deden ze dat in die tijd. Moest je maar niet zo stom zijn… Je kreeg van de politie op je kop, maar ook van je ouders. Die volgden in die jaren het gezag nog nauwlettend.
Voor de lange winteravonden had je, met een beetje geluk, voor Sinterklaas een bouwplaat gekregen. Die moest je zelf uitknippen (monnikkenwerk) en vervolgens met slechte lijm proberen in elkaar te zetten, hetgeen meestal dubbel werk was, want de lijm liet stelselmatig los. Of je moeder had met veel toewijding een pop in elkaar geknutseld en zelf de kleertjes gemaakt uit oude lapjes.
Omdat we toen nog ‘lazen’ werd het pas echt spannend als er weer eens een nieuw ‘Bob Evers’ boek uitkwam. Kopen was te duur en dus moest je ervoor naar de kantoorboekhandel annex bibliotheek ‘De Batavo’ in de Rijnstraat, waar de lange juffrouw Kersbergen de scepter zwaaide en toezicht hield op onze tere kinderzieltjes. Je was maanden verder als je het eindelijk in handen kreeg, want er waren natuurlijk meer kapers op de kust. Ook werd je ten strengste verboden boeken mee te nemen die niet voor je ‘leeftijd’ waren. Altijd spannend om het toch te proberen. Mijn moeder had het boek Peyton Place gereserveerd en ik mocht het ophalen, maar kreeg ik het niet mee, want het ‘rode oortjes’ boek was toen nog van een gehalte waar wij kinderen niet eens in mochten bladeren. Ja, ja, de jaren vijftig…
Thea Mourik -
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
oud bewoner van de Rivierenbuurt
3 december 2012