Als ik gedroomd heb en wakker word, weet ik dikwijls niet waar de droom over ging. Veel van de droom weet ik niet meer. Maar heel veel wel.
Vandaag, donderdag 9 februari 2012 was het geen droom, maar ijskoude, kille werkelijkheid in de Portugese synagoge in Amsterdam, waar ik de opening van de tentoonstelling In Memoriam mocht bijwonen. Het was ijskoud, letterlijk en figuurlijk; tijdens de korte toespraken viel er af en toe een brokje ijs van het hoge gewelf naar beneden; we waren allen dik ingepakt om de kou te weren en kregen een extra lichtblauwe deken om ons enigszins warm te houden. Dit was de koude, fysieke werkelijkheid. Ik werd vergezeld door een achternicht van 24 jaar en zij was, leek me, de enige jongere daar aanwezig. Wij waren er ook omdat we ouder in jaren zijnde, meer foto’s bezitten en meer konden vertellen over de kinderen op de foto’s. Warm werden we door een echtpaar naast ons ontvangen, we hoorden er bij! De echte kille en doordringende kou, die je niet met een dikke jas en een lichtblauwe deken kunt verdrijven, maar die in je lijf gaat zitten en er misschoen al heel lang zit, werd me gewaar toen de sprekers hun korte verhaal hielden. Eerst het korte welkomstwoord door Marens Engelhard, de directeur Stadsarchief Amsterdam, gevolgd door Ronald Leopold, directeur van de Anne Frankstichting; uiteraard memoreerde hij Anne, maar hij beperkte zich niet tot haar alleen. Aline Pennewaard vertelde hoe zij betrokken is geraakt bij de herinneringen aan WOII en speciaal het grote vreselijke gebeuren van het uitroeien van mensen. Samen met Guus Luijters heeft zij dit project gedaan om de kinderen een gezicht te geven. Guus Luijters vertelde over twee jonge kinderen, door de Nazi’s vermoord, hoe zou hun leven zijn geweest, en dat van hun broer of zus of neef of oom, die het geluk hadden wel te overleven. Met beheerste emotie sprak hij. En daar sprak zoveel warmte uit… Allen gingen daarna naar het Stadsarchief. Heelveel foto’s zijn er te zien, gerangschikt naar transport. Het was heel moeilijk om het te zien. Ineens stond ik voor een foto van een buurjongen en later zag ik er een van een klasgenoot. Ik vermoedde dat die er zouden zijn, maar toch… Ik werd ook zo vreselijk kwaad, dat ik op het punt heel hard te gaan vloeken en op dat moment liep ik tegen een leeftijdsgenoot, die de onderduik overleefde, op en dat voorkwam de vloek. Ik zei hem dat en we hebben enige tijd een geanimeerd gesprek gehad. Wat later stond ik naast een mevrouw, die met haar smartphone, zoals velen deden, foto’s van enige uitgestald foto’s maakte, zij keek op en zei: “zo nu heb ik de familie bij elkaar”. Zo ben ik donderdag weer eens wakker geworden. En ik heb gezien dat er mensen zijn, mensen zoals Aline Pennewaard en Guus Luijters, die zorgen dat deze onmenselijkheden niet vergeten worden.Het was geen droom over vrede, veiligheid gelijkheid en mededogen voor elkaar. Het is waar!
Chris Moll - 11 februari 2012 -
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
|