De
‘slavernij’ in de jaren dertig (en veertig) en het
Amsterdamse Bos wordt 75 jaar.
Onze alom
gewaardeerde Amsterdams stadsdichter uit ZuiderAmstel, de
Heer Karel N.L.
Grazell, heeft op zijn eigen speciale en treffende toon,
over het ontstaan van het door Amsterdammers zo liefkozend
genoemde "Bosplan"
geschreven.
Er zijn maar weinig Amsterdammers die niet in het duizend
hectaren grote "Bosplan" zijn geweest, zij het om te
wandelen via de heerlijke wandelpaden, te vissen in de
Bosbaan, te joggen, te voetballen, te fietsen, te spelen met
de kinderen, het pannenkoekenhuis of de kinderboerderij
bezocht hebben, andere heerlijk ontspannen dingen hebben
gedaan, of zomaar op het terras achter een versnapering
gezeten hebben.
Het Bosplan brengt voor velen onuitwisbare herinneringen in
gedachten en mag zich zeker verheugen in een enorme
belangstelling, niet alleen Amsterdammers, maar van velen
die in de omliggende omgeving wonen.
In welk jaargetijde dan ook, het is telkens weer een genot
de kleurschakeringen en de constante veranderingen van de
natuur te aanschouwen, of gewoon even tot rust te komen door
er heerlijk te wandelen.
In de loop der jaren en ondanks de ettelijke duizenden
kilometers die ik er gelopen heb,
verbaas ik mij steeds weer dat ik nieuwe dingen waarneem,
die mij steevast de kreet ontlokken,"verrek, was dat al hier
of niet, want ik heb dit nog nooit gezien".
Het "Bosplan" is onlosmakelijk verbonden met de
Rivierenbuurt en zijn bewoners door de jaren heen, evenals
de Albert Cuyp, waar ik in een volgend stukje op terug kom.
Hieronder een kleine geschiedenis van "het bos".
Als een van
de eerste die zich sterk maakten voor een bos tussen het
Nieuwe Meer en de Haarlemmermeerpolder, was de toenmalige
Amsterdamse burgervader Willem de Vlugt, die deze functie
bekleedde van 1932 tot aan zijn gedwongen aftreden in 1941,
als represaille, n.a.v de Februaristaking.
Inderdaad was het in de dertiger jaren een lumineus
idee van de Amsterdamse bestuurders om de vele
tienduizenden hoofdstedelijke werkelozen te werk te stellen,
want na de beurscrash van 25 oktober 1929 (zwarte
donderdag), was het in sneltreinvaart achteruit gegaan met
de economie in Amerika en Europa en de werkeloosheid vierde
hoogtij.
Onder de toenmalige regering van Ruys de Beerenbrouck, werd
een "Nationaal Crisis Comité" geïnstalleerd, die oplossingen
moesten zoeken om de enorme werkeloosheid te bestrijden.
Er werd naarstig naar projecten gezocht om deze mensen via
de werkverschaffing aan werk te helpen.
Eén van deze projecten was het aanleggen van een bos en men
vond, dat van de diverse mogelijkheden, de locatie tussen
Amsterdam en Amstelveen het meest geschikt was.
De Nederlandse Heide Maatschappij kreeg de opdracht om het
werk uit te voeren, waarvoor door de regering een
vorstelijke subsidie werd verstrekt.
In 1934 werd met het werk begonnen.
In die tijd moesten de werkelozen "stempelen" bij de
arbeidsbureaus en stonden lange rijen werkzoekenden voor de
deuren van deze kantoren. Alleen zij die stempelden kregen
werk als dat er was, of een uitkering van de sociale
dienst, die bestond uit het bedrag van 15 gulden voor
een gezin met 2 of 3 kinderen. Zij die in de gelukkige
omstandigheden van werk waren, verdienden, al hoe wel het
geen vetpot was, ruim het dubbele. Velen probeerden dus werk
te vinden door zich aan te melden voor dit zware werk.
Ondertussen was de regering van Hendrik Colijn aan het
bewind gekomen en werd deze lijn voortgezet.
In Bosplan
werd in eerste instantie begonnen om de roeibaan te graven,
die o.a ter vervanging moest dienen voor de tot dan toe
gehouden roeiwedstrijden en trainingen op de rivier de
Amstel en het lange afstand zwemwedstrijden en die in
eerste instantie 2200 meter lang en 76 meter breed was.
(later is deze verbreed tot 92 meter in 1963 en tot 118
meter in 2001)
Pas daarna werd het omliggende gedeelte beplant. In totaal
hebben er zo'n 15.000 mensen aan deze roeibaan gegraven
tussen 1934 en 1937/38. Eigenlijk heeft men tot het
uitbreken van de oorlog in 1940 constant doorgewerkt aan de
verdere uitbreiding van het bos.
Foto uit "Bosplan" 1944
In het begin
van de oorlog heeft men gewoon doorgewerkt, alhoewel op
kleinere schaal. Dit kwam in hoofdzaak door de verordening
van de Duitse bezetter dat alle jonge mannen, in de leeftijd
van 18 tot 40 jaar, zich moesten aanmelden voor
Arbeideinsatz in Duitsland en de meeste zich of melden of
onderdoken. De Nederlandsche Heide
Maatschappij, ( N.H.M.), die een zeer kwalijke rol speelde
tijdens de bezettingsjaren, bleef wel de leiding uitvoeren,
ook toen later de Duitsers verschillende werkkampen in het
bos * oprichten.
(zie voetnoot)
Zo kwam er een werkkamp voor politieke en niet joodse
gevangenen, terwijl bij de omgeving van het Nieuwe Meer een
werkkamp ingericht werd voor joden. Deze zijn vanuit het bos
vervoerd, linea-recta naar het
concentratie kamp, waarna zij bij aankomst direct vermoord
zijn.
Nadat praktisch alle joden uit Amsterdam gedeporteerd waren
, of zoals weinig anderen, hadden kunnen onderduiken, werden
er v.a. december 1943 ook joden die gemengd gehuwd waren
gedwongen daar te werken, terwijl ook vele verzetstrijders
daar geïnterneerd waren en tewerkgesteld werden.
Vele dwangarbeiders, zo mogen we deze mensen wel noemen,
hebben ook mee moeten helpen om bunkers te bouwen en het
luchtdoelgeschut daar te helpen plaatsen, ter bescherming
o.a. van het nabij gelegen Schiphol.
Voor al dit werk tijdens de oorlog, door mensen die daar
door de Duitsers tewerkgesteld werden, is nooit betaald, ook
niet door de N.H.M.
Ook kort na
de oorlog is er nog door z.g. "DUW arbeiders" (Dienst
Uitvoerende Werken) gewerkt aan de aanleg van het nog steeds
zo genoemde "Bosplan".
Pas later in de 50er jaren heeft men het werk met machines
verder afgemaakt en werd het werk ook gegund aan andere
aannemers dan de N.H.M.
Foto uit "Bosplan" 1944
Zo rond de
50er jaren heeft men "Het Bosplan" omgedoopt naar de huidige
officiële benaming, "Het Amsterdamsche Bos".
Als men nu
in het idyllische Amsterdamse Bos is,
heeft men geen idee van de vele ontberingen, angsten,
vernederingen en het ongelooflijk harde werk dat daar
doorstaan en volbracht is door al deze mensen.
Vergeten
zijn de drijfjachten die er tot eind 60er jaren zijn
gehouden door vrienden en de directie van het bos.
Vergeten zijn de boswachters die in 70er jaren tevergeefs om
wapens vroegen tegen stropers (vooral vis) en overvallen.
Vergeten het begraven van slachtoffers van moorden en de
buiten van overvallen.
Vergeten de vele overvallen en aanrandingen, die er in de
loop der jaren hebben plaats gevonden.
Vergeten zijn de mooie plekjes met weggeworpen en
achtergelaten rommel.
Vergeten zijn de gevonden en niet ontplofte bommen uit de 2de
W.O.
Tja, het "Amsterdamsche
Bos" heeft sinds zijn ontstaan een
onstuimig en wisselvallig leven gehad.
Wat gebleven is zijn de vaak onvergetelijke herinneringen
van een bezoek aan "Bosplan" !!
Max.C.van.der.Glas.
7 mei 2009
* Zie ook :
Een visie op onderdrukking, verzet en verraad
tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Foute instellingen en bedrijven,
|