Ingezonden bijdrage van Ineke Eijkman - Meddens

Terug naar de vorige pagina <<

 

index ingezonden

Pagina van Ineke Eijkman - Meddens

MOERDIJKSTRAAT 39/2
 

Mijn ouders - vader van 1904, moeder 3 jaar ouder - zijn in de dertig als zij trouwen en een nieuwe woning in de Moerdijkstraat betrekken. Als ik op komst ben, oordeelt de vroedvrouw dat de bevalling in het W.G. moet plaatsvinden. Op 20 november 1939 is het zover, en alles verloopt vlot. Tien dagen later kom ik thuis in de Moerdijkstraat, waar ik ruim 25 jaar zal wonen. Ik ben nogal klein, en - zoals mijn moeder haar leven lang vertelt - met mijn grote bruine ogen verteder ik iedereen. Hoewel zeer welkom, blijf ik door het uitbreken van de oorlog en vanwege de leeftijd van mijn ouders, enig kind.
Mijn vader werkt in die tijd als stucadoor. De oorlog maakt daar al gauw een eind aan. Maar papa is een optimist en vindt in Noord werk bij de “scheepsbouw”, de N.D.S.M. Als zo velen gaat hij in de hongerwinter op pad, bijvoorbeeld met de schillen van de buurt om met een beetje melk terug te komen, dat ik niet blijk te lusten. Als kind, ben ik gelukkig een slechte eter, misschien een zorg minder voor mijn ouders. Tussen de buren bestaat in de moeilijke jaren ‘40-’45 een grote saamhorigheid. ‘s Nachts gaat men samen op pad voor wat hout of een paar kolen om de Salamander-kachel brandend te houden. Het hout uit het De Mirandabad is voor een deel bij ons in de straat verstookt.


Buurtuitstap Schiphol, Waalstraat, Moerdijkstraat, Uiterwaardenstraat - 1948-1949

We wonen twee hoog. Op dezelfde trap woont een Joodse familie: een oude oma met dochter, twee kleindochters, een kleinzoon. Oma is halfjoods en dus worden ze niet als eersten opgehaald. Maar tegen het eind van de oorlog wordt de situatie nijpend, vooral als kleindochter Margriet en haar zuster Erna in de toenmalig Euterpestraat belanden (nu Gerrit van der Veenstraat). Ze worden vrijgelaten. Na de oorlog trouwt Margriet met Heinz Oppenheimer, een Duitse Jood die in de oorlog in de Betuwe ondergedoken is geweest. In 1948 wordt dochter Judith geboren. Dan blijkt Margriet tbc te hebben. Margriet mag thuis kuren, mits baby Judith overdag elders verzorgd wordt. Mijn moeder neemt die zorg graag op zich. En zo heb ik 1,5 jaar lang een zusje. In 1952 vertrekt het gezin naar Israël. Het kontakt over en weer blijft.


Ineke Meddens bij het De Mirandabad - 1950

Verder woonden in ons portiek de familie Kossen, vader en moeder en 3 kinderen, Bob, Loes en Willy. Ook herinner ik mij in ’t benedenhuis de familie Kops aan de ene kant en de familie De Haan; hun dochter Elly werd later mijn vriendinnetje. Verder de familie Sampimon, vader, moeder en 2 dochters, ook op twee hoog. ’t Was een kleine woning voor hedendaagse begrippen, maar met 3 slaapkamers, comfortabel en goedkoop, 5 gulden per week. Een balkon voor en een waranda achter. Ook hadden we allemaal een zolder, het domein van mijn vader. Hij had twee rechterhanden en knutselde van alles op zijn zoldertje. Het laatste wat hij maakte was een geweldig mooi poppenhuis. Alles op schaal, inclusief alle meubeltjes, serviesjes, pannen en potten, teveel om op te noemen. Vlak voor zijn dood in ’79 was het af.


Commissie Maatschappelijk Werk Amsterdam Zuid, Waalstraat, Moerdijkstraat, Uiterwaardenstraat.
30.05.48

Ook hadden we een douche, heel bijzonder voor die tijd, met centrale warmwatervoorziening. Velen gebruikten die douche als opslagruimte voor van alles en nog wat, aardappels, groenten. De gemeenschappelijk ruimte tussen de Moerdijk- de Waal- en de Uiterwaardenstraat had een prachtige tuin met vijver, die in de jaren 70 helaas gedempt werd. In het Amsterdams Stadsarchief kan men de tuin met de vijver nog terugvinden. De gevels en de plaatsjes waren versierd met beelden. Er was erg veel aandacht besteed aan de versiering, zoals natuurlijk in de hele Rivierenbuurt nog steeds te zien is.


Moerdijkstraat - Almstraat  10.02.89

Verdere herinneringen: ’t Landje, aan het eind van onze straat, tevens het einde van de wijk. We speelden daar vaak, namen in de vakantie brood en drinken mee. Schaatsen leerde ik achter een stoel op de Boerenwetering. Op de Amstel kon zelfs in de strenge winter van 1947 geschaatst worden. Dat waren nog eens winters! We zwommen na de oorlog in het De Mirandabad. In het begin was de omheining nog kapot. De dapperen kropen dus door een gat.....,  klein was ik wel maar niet zo dapper. Toch deed ik ook een keer mee met het illegale zwemavontuur. Maar toen ik thuiskwam vertelde ik papa en mama alles. Ze zagen de humor er wel van in, maar de volgende keer ging ik met een kwartje in mijn hand gewoon weer door de hoofdingang. ’t Was zo dichtbij, om de hoek eigenlijk dat ik er in mijn zwempakje heen kon. Zwemmen vond ik heerlijk, maar de zwemles een crime. ’s Morgens voor dag en dauw op, want om 7 uur al stonden die vreselijke zwemjuffen en meesters klaar. Ik had dan altijd buikpijn. Ik bakte er dan ook niks van en heb nooit een zwemdiploma gehaald maar zwom toch als de beste!


Ineke met vader Tinus Meddens bij Berlagebrug, winter '47

En ik herinner mij om de hoek in de Uiterwaardenstraat slager Prinsen, melkboer/kruidenier daarnaast en in het ketelhuis in de kelder de fietsenstalling Klabo. Spannend was dat als ik voor op de fiets van mijn vader zittend in de kelder met hem afdaalde. Ook was er een bakker op de hoek van de Uiterwaardenstraat en de Waalstraat. Reuze handig al die winkels om de hoek en iets verder weg in de Maasstraat en in de Rijnstraat. Ook de eerste supermarkt in de Rijnstraat van Jac. Hermans kan ik mij nog goed herinneren.


Ineke met moeder Rie Meddens de Vries op balkon Moerdijkstraat,
juni 1940, plakband over de ruit ivm eventueel oorlogsgeweld

Toen ik een jaar of vier was ging ik naar de kleuterschool op het Victorieplein. Ik vond dat echt niks en was erg verlegen. Alleen de juf vond ik wel lief, ze heette Juf d’Arnaud, en ik mocht af en toe bij haar op schoot zitten. Ik ben toch niet lang naar die school gegaan, mijn moeder vond het zo zielig voor me dat ze me weer lekker thuis hield. Zelf vond ze het ook gezellig, natuurlijk.


Gemeenschappelijke tuin Moerdijkstraat - gevelbeeld  10.02.89

Na de oorlog richtten mijn vader met een aantal andere mensen (Ras, De Bruin, Geerts) een vereniging op voor de jeugd van de buurt, de Commissie Maatschappelijk Werk Amsterdam-Zuid. Het kantoortje en clubruimte was gevestigd op Moerdijkstraat 1. Je kon daar allerlei dingen doen en leren. Bijvoorbeeld figuurzagen, handwerken, een taal leren (Esperanto heb ik daar een beetje geleerd). Ook werden er, in 1947 al, uitstapjes georganiseerd naar Oud Valkeveen, en voor de ouderen een excursie naar Schiphol. Het was heel gezellig, en de onderlinge saamhorigheid was groot.
Zes jaar oud moet ik naar de “grote school” in de Jekerstraat, de Vondelschool. Mama brengt en haalt me twee keer per dag. Na een paar maanden wordt er een noodschool gebouwd aan het begin van onze straat in de Uiterwaardenstraat, de Prof. Kohnstammschool. Lekker dichtbij. Mijn vriendinnetje van de lagere school heet Judith Gobits. Ze woont in de Rooseveltlaan, op stand dus. Het verschil tussen haar huis en dat van ons is groot. Het is een ruime flat met kamer-en-suite, een grote keuken en meer. Er is ook een mooie stenen trap, fraai versierd (zoals ik later ontdekte). Ik vind het er rijk uitzien. De ouders zijn aardige mensen. Vader is bonthandelaar.

Op school gaat het heel goed en het schoolhoofd Meneer Sanders adviseert mijn ouders mij door te laten leren. Papa die zelfs de lagere school niet mocht afmaken (armoe troef in die jaren), weet welke voorsprong een goede opleiding geeft. Wat zou hij met zijn goede verstand niet hebben bereikt als hij zo’n kans gekregen had ? Kortom ze nemen de suggestie van harte over. En zo ga ik in 1952 naar de HBS, beter bekend als de 2e OHS aan de P.L.Takstraat, waarop leerlingen uit heel Zuid zitten. Opnieuw kom ik daardoor in aanraking met andere milieus.
Van die tijd herinner ik mij slagbal met rondjes in de straat, dat kon toen nog want geen auto’s. En later mijn eerste zoen in ons portiek.
In 1957 doet mijn vader geregeld mee aan de puzzel “ ’t Is maar een weet” van Het Parool. Wekelijks kun je meespelen door met multiple choice in een aantal zinnen het juiste woord te kiezen. Met de ogen dicht vult hij steeds enkele kolommen in. Op een avond eind oktober wordt er juist als we aan tafel gaan gebeld. Papa doet wat knorrig open: “Het eten staat net op tafel”. Dan horen we hem zeggen: “Het Parool ? Oh, komt u dan maar boven!” Ik begrijp er helemaal niks van. Twee mannen komen binnen, een redacteur en een fotograaf. Papa blijkt deze week enige winnaar van het spelletje. En “de poet”, zoals mama altijd blijft zeggen, bedraagt ƒ16.000.-, om en nabij twee jaarinkomens ! Papa brengt telefonisch de familie direct op de hoogte. Iedereen deelt in de vreugde: familie, buren, klasgenootjes. Zelf haalt hij op zijn 55e het rijbewijs en koopt een auto. Bovendien koopt hij zich als opvolger in bij zijn baas en wordt zo van gewoon stucadoor de patroon.


Drie sokkelbeelden  10.02.89

Het Parool bezorgt mijn ouders met die gelukstreffer een leuke oude dag, maar altijd 2-hoog in de Moerdijkstraat. Ze reizen veel en genieten volop. Een hoogtepunt is de reis naar Israël, waar zij het huwelijk van pleegdochter Judith met Chaïm meevieren.
Mijn vader overlijdt in 1979 en mijn moeder blijft in de Moerdijkstraat wonen. Ze kent er nog wel een paar mensen, maar langzamerhand gaan er natuurlijk ook veel bekenden van vroeger dood. Een paar jaar later krijgt ze bericht van de Woningbouwvereniging Amsterdam-Zuid dat ze de woningen gaan renoveren. Ze kan eventueel een wisselwoning krijgen en dan later weer terugkeren in haar gerenoveerde huis. Ze besluit toch niet meer deze voor haar ingewikkelde move te maken (ze is inmiddels ruim 87 maar nog erg fit in allerlei opzichten). Ze schrijft zich in voor een appartement in Buitenveldert en verhuist in februari 1989 naar Bolestein. Ze zorgt daar prima voor zichzelf, tot ze in 1998 op 96-jarige leeftijd overlijdt. Margriet Oppenheimer en haar dochter Judith komen voor de begrafenis over uit Israel. Sindsdien kom ik nog maar weinig in Amsterdam, en al helemaal niet meer in de Moerdijkstraat.


e-mail: jpaeijkman (ad) tele2.nl

omhoog

Terug naar de vorige pagina <<