Ook van deze auteur zijn/is:
294 - Anno Toen (4)
Weer even terug naar onze woning in de Jasonstraat 16/1 in de dertiger jaren. Gaat u mee en kunt U het bijbenen? Ik wacht wel even, hoor.
Er waren toen ook best praktische dingen. Kijk maar eens n de hoek van de zijkamer voor aan de straat die elektrameter. Daar zit ook een spaarpotgleuf in en dat was eigenlijk best praktisch. Stroom werd kennelijk geleverd tegen vooruitbetaling. Was je tegoed op dan ging gewoon het licht uit. Een zilveren gulden in de meter en ploep, het licht brandde weer. Tja, zo voorkwamen ze oplopende rekeningen.
Mijn oma (ja, inderdaad, die uit de Bernard Kochstraat, zo herken je trouwe lezers) had ook een dergelijke gasmeter. Daar moest een penning in die je kon kopen. Ik meen voor ongeveer een dubbeltje. Die penning was een nikkelen munt met een klein halfrond stukje eruit aan de rand. Als je nu geen penning had (en geen geld om er een te kopen) dan kon je er ook een “plak” ingooien. Een geldstuk van 2 ½ cent. Wel even er een klein stukje uit vijlen. Dit laatste was geen extra service van het Gemeentelijk Gasbedrijf maar een vondst van “handige jongens”.
Die muntmeter werd regelmatig geleegd en als je dan maar bij de meterlichter de plak kon vervangen door een legitieme gaspenning zat je weer goed. Een vorm van afbetaling avant la lettre en zo niet officieel toegestaan wel in de praktijk geaccepteerd.
De bovenhuizen openden de buitendeur als er gebeld werd door middel van een dranger. Een handel waarmee je de deur niet alleen kom openen maar ook kon sluiten. Dat was praktischer dan het trektouw en wat bovendien ook handiger dan de elektrische opener die immers niet kan sluiten.
Dat sluiten was wel nodig want er kwamen veel venters aan de deur en (het was toen ècht crisistijd) veel figuren die de meest nutteloze artikelen te koop aanboden. Meestal voor luttele centen.
Wie er verder aan de deur kwamen?
Nou, meestal de bode van de verzekering, periodiek de kippenboer die ook eieren kon leveren waarschijnlijk van die dooie kippen. De bakker, de melkboer, messenslijper, een groenteboer die met paard en wagen kwam voor rijden, en ga zo maar door.
Zo werd verteld van een man van de wilde vaart die door reparatie aan het schip onverwachts vervroegd thuis kwam. Hij deed de trapdeur open en zag dat zijn vrouw net met stoffer en blik de trap deed. Hij gaf haar een klap onder haar schort en was wel verrast toen ze zonder omkijken zei: “Een halve liter yoghurt, melkboer.”.
Kortom: de woning mocht er zijn. Bovendien hadden mijn ouders twee kinderen toen we er kwamen, Piest perses, zwiden we toen.
In 1935 kwam er een broertje bij zodat er na een paar jaar alle sprake was van een volle bak.
Tja, wat dat betreft is de mensheid veranderd, toch?
Ben Okker - 28 mei 2014
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Reacties
nog zult blijven doen om zo'n mooi stukje voor ons te schrijven.
U heeft een prettige manier van schrijven, maar het belangrijkste zijn de herinneringen. Toch?
Zelf geboren eind 1946 en tot mijn 21ste gewoond hebbende in de Gaaspstraat blijven de verhalen van
"vroeger" mij keer op keer triggeren, fascineren.
Nogmaals dank.
Abel